[Roebroeck, Mathias]
ROEBROECK (Mathias), geb. te Valkenburg, studeerde te Leuven, behaalde den graad van baccalaureus der theologie en overleed als pastoor te Venray. Habets zegt, dat hij regent was van het college Standonk te Leuven. Hij komt niet voor op de nauwkeurige lijsten uitgegeven door Reussens. Ook niet onder de regenten of professoren van de paedagogie Het Verken, dat wel eens Standonk genoemd wordt. De abdis van het Munsterklooster te Roermond benoemde hem 21 Maart 1666 tot pastoor te Venray. Aldaar woonden zijn moeder en zijn zuster bij hem in, terwijl Hubertus Roebroeck leeraar was aan de latijnsche school van Venray en vicaris van het H. Kruisaltaar. De bisschop Cools stelde M. Roebroeck aan als landdeken van Kessel 1684. 32 jaar als deken en 50 jaar als pastoor, werkte hij met ijver voor de hem toevertrouwde kudde. Hij werd in de kerk begraven. Zijn grafzerk, waarvan Habets het opschrift vermeldt, werd 1838 uit de kerk verplaatst onder den toren.
Zie: Habets, Gesch. bisdom Roermond III, 199, 234, 356; De Maasgouw, August. 1890.
Fruytier