[Rasvelt, Wigboldus]
RASVELT (Wigboldus) was in 1730 predikant op St. Thomas. Dit eiland, waarvan de Engelschen ons 1666 verdreven hadden, was 1671 Deensch geworden, doch het Hollandsch had er zich gehandhaafd, gelijk de volkstelling van 1688 aanwees, die op 105 europeesche gezinnen 63 hollandsche vond. De beide overheerschende gezindten waren daar de luthersche en de gereformeerde, de laatste met twee predikanten, een fransche en een hollandsche, wat geen uitzondering was. Op St. Eustatius en St. Martin sprak één predikant beurtelings in beide talen. In dat jaar 1730 vertrok Rasvelt naar Curaçao als opvolger van Ds. Erichson. Reeds 13 October van dat jaar neemt hij zijn eerste lidmaten aan. Vijf jaar later kwam het tusschen hem en den gouverneur Juan Pedro van Collen 1720, 1731-1738) tot een ernstig geschil. De kerkeraad moest jaarlijks aan Heeren X (de nieuwe W.I. Compagnie, 1674, kende slechts 10 bewindhebberen) verslag uitbrengen van den staat der gemeente en maakte daarvan niet zelden en niet ongaarne gebruik om zijn oordeel over bestuurszaken en regeeringspersonen te geven, totdat eene wijziging zijner instructie, 1760, dit opzettelijk verbood. Toen nu Rasvelt zich dergelijke critiek veroorloofd had, schorste van Collen hem bij resolutie van 29 Juli 1737, maar de eveneens geschorste raden machtigden hem om zijne en hunne grieven aan de X te gaan uitéén zetten. De predikant reisde naar patria en heeft daar (maar hierover ken ik slechts zijne eigene aanteekening) zijne zaak ‘politiek en eccleciastiek’ verdedigd en gewonnen. Hij keerde terug en stierf 1757.
Zie: Hesseling, Het negerhollands o.d. Deense Antillen, 11 vlg., 17 vlg.; Hamelberg, De Nederl. op de W.I. eilanden I, 199, 223; van Dissel in Kerkh. Archief (1859) II, 375.
L. Knappert