[Op Ten Noort, Gijsbert (2)]
OP TEN NOORT (Gijsbert) (2), kleinzoon van Johan (4) en van Reinera van Brienen en zoon van Reynder en van Helena van Brienen, geb. te Arnhem 1684, overl. op den landdag te Nijmegen in 1740. Hij studeerde te Harderwijk, waar hij in 1702 werd ingeschreven als student in de philosofie en de letteren. Gepromoveerd tot doctor in de rechten, stond hij al spoedig om zijn kunde en bekwaamheid hoog aangeschreven. Volgens den gelderschen jurist Johan Schrassert (dl. I, kol. 1460), behoorde hij tot de beroemdste rechtsgeleerden van zijn tijd. Hij begon zijn loopbaan als advocaat voor het Hof van Gelderland, werd in 1716 door den magistraat van Arnhem aangesteld tot derden secretaris en verving in 1739 zijn oom Engelbrecht (2) als raadsecretaris van Arnhem. Bij tourbeurt werd hij in 1720 door het kwartier van de Veluwe aangesteld tot substituut-momber van het vorstendom Gelre en graafschap Zutfen, welke beide ambten hij tot zijn dood heeft waargenomen.
Hij was in 1714 te Renkum gehuwd met Helena Henrica van Eck, dochter van wijlen Arnold v.E., burgemeester van Arnhem, raad in het Hof van Gelderland en gedeputeerde ter Staten-Generaal en van Anna Catharina ten Behm. Uit dit huwelijk sproten 2 zonen: Reinder Johan en Arnold en 6 dochters.
Zie: Schrassert, Consultatiën, advysen ende advertissementen I-V (Harderwijk 1740-54); Schomaker, Rechtskundige aanmerkingen (Zutphen 1754); Wijndelts, Het geslacht Op ten Noort.
Bartelds