[Muller, Jacob Jan Anthoniszoon]
MULLER (Jacob Jan Anthoniszoon), (niet uit de familie van Johan Georg Muller, kol. 898), geb. 2 Dec. 1771 te Arnhem, deed 4 Februari 1798 intrede bij de luthersche gemeente op Curaçao als opvolger van F.H. Quitman (zie art.). Tijdens zijn predikantschap had de vereeniging der luthersche met de gereformeerde gemeente op het eiland plaats. Koning Willem I, op het scheppen van kerkelijke éénheid altijd bedacht, was door een rapport van gouv. Kikkert d.d. 22 Nov. 1816 op de hoogte van den armelijken toestand der gemeente, wier fraaie kerk admiraal Bligh 7 Febr. 1804 had plat geschoten (zie bij J.G. Muller kol. 898), bij welke ramp ook het gansche archief was verbrand. De gemeente hield daarna godsdienstoefening in de hervormde kerk, op uren door gouv. Changuion in 1806 geregeld, maar door den engelschen gouverneur in 1807 weer afgeschaft, waarna men in de pastorie van Ds. Muller, Breedestraat hoek Klipstraat samenkwam. Nadat Curaçao 27 Febr. 1816 weder in onze handen was overgegaan kon de Koning zijn plan volvoeren. Einde 1818 deed hij zijn wensch beiden kerkeraden kennen, die er mede instemden, 12 Nov. 1824 verscheen het desbetreffend Kon. Besluit en Zondag 24 April 1825 had de plechtige, kerkelijke viering der vereeniging plaats, waarbij Ds. Muller en Ds. Bosch van de gereformeerden preekten. Daarna hield gouv. Cantzelaar receptie ten gouvernementshuize. In Maart 1841 werd Muller emeritus en overleed 27 April 1842. Hij was getrouwd met M. Sickers, die in 1799 in het kraambed stierf en hertrouwde met J.R. de Rochemont, bij wie hij 15 kinderen verwekte en die in 1863 nog leefde, 80 jaar oud.
Zie: L. Knappert in West Indische Gids (1925) 193-206; S. van Dissel in Kerkharchief II (1859), 386, 389, 391, 408, 412; Boekzaal (1825) 309.
L. Knappert