patricische geslachten bloeiden daar door de negotie of reederij; geen wonder, dat de jeugdige Pierre, ondernemend van aard, zich weldra thuis voelde op Walcheren, waar mannen van aanzienlijke afkomst als Van Thielt, Hoogelande, ridder Jacob van Domburg, Hardinck e.a. zich op handel en scheepvaart toelegden. Bij een landgenoot, den alom geachten Antonie de Gerbier, sinds 1512 poorter van Middelburg, groothandelaar en nijveraar, kwam hij in de leer. Spoedig in de familie opgenomen, huwde hij met diens dochter Isabella in 1535, en werd een jaar later ingeschreven als poorter aldaar. Niet afgeschrikt door het onfortuinlijk lot van zijn schoonvader, wiens erfenis door de weduwe in 1537 niet aanvaard werd, bleef zijn hart aan de negotie verpand. Het succes bleef niet uit. Tien jaar later mocht hij onder de rijkste burgers van de stad gerangschikt worden. Echter de goede dagen van Middelburg waren voorbij. Stedelijk wanbestuur, geweldige overstroomingen, de verzanding der Arne, de herhaalde oorlogen van Spanje en Frankrijk, de snelle opkomst van Antwerpen waren zoovele oorzaken van de malaise in Zeeland. Veler voorbeeld volgend, verhuisde hij in 1545 naar de Scheldestad. Ook daar was de fortuin hem welgezind. Hij bouwde er zich een aanzienlijk huis in de toen gloednieuwe Ammanstraat, waar fier in den voorgevel prijkte het geslachtswapen ‘d'argent à la fleur de lis d'azur, séparée par le milieu et détachée de toutes parts’. Gelukkig groeide het vermogen even snel aan als het aantal zijner kinderen, dat in den loop der jaren tot 20 (of 18) steeg. De tijden van verval en geloofsvervolging heeft hij niet meer beleefd. In 1567 kwam hij te overlijden. Ook zijn vrouw stierf kort daarna.
Nog tijdens hun verblijf te Antwerpen zijn de meeste kinderen daar in het huwelijk getreden. Zijn dochter Catharina huwde met Allard de la Dale; Marguerite met François le Fort; Jacqueline met Gillis Borremans. De twee eerste schonken hun man elk 14 kinderen. Alle drie werden de stamvaders van een geslacht van ondernemende vloothouders en stoere kooplieden in oost en west.
De catalogus van het Rijksmuseum vermeldt in de afdeeling anonymen der hollandsche school, no 152: ‘Familietafereel van Pierre de Moucheron met 20 kinderen aan den disch gezeten’. Boven ieder is de leeftijd aangegeven; bij het hoofd van het gezin staat het jaartal 1563.
Zie: de Stoppelaar, Balthasar de Moucheron. Een bladzijde uit de nederlandsche handelsgeschiedenis tijdens den tachtigjarigen oorlog ('s Gravenhage 1901).
Barts.eld