In 1655 ging hij naar Parijs om zijn studiën te voltooien, van daar naar Antwerpen. Vervolgens keerde hij naar Amsterdam terug, waar hij in 1686 overleed. In 1659 trad hij in het huwelijk met Maria de Jouderville, bij wie hij elf kinderen had. Eén van deze was de schilder Izaak (die volgt), ter onderscheiding van wien Frederik ook wel wordt bijgenaamd ‘de oude’.
Schilderijen van zijn hand zijn in de musea te Amsterdam, Brunswijk, Brussel, Cassel, Dresden, Frankfurt a. Main, den Haag, Kopenhagen, Londen, München, Parijs, Petrograd, Rotterdam, Schwerin, Stockholm en Weenen; teekeningen te Haarlem (Teyler's Mus.), Weenen (Albertina). Sommige van zijn stukken zijn gestoffeerd door Nic. Berchem, Adriaen van de Velde, Jan Lingelbach en Theod. Helmbreker.
Frederik de M. is vooral bekend als landschapschilder. Hij legde zich toe op het weergeven van ‘bergachtige zuidelijke landschappen, die zeer weinig verscheidenheid opleveren en ons thans slechts in eenige der beste exemplaren nog boeien kunnen’. In de M.'s tijd waren ze zeer gezocht en nog in 1866 moest men voor het ‘inderdaad zeer goede specimen’ van het museum Boymans ƒ 5750 betalen. ‘Thans heeft men weinig oog meer voor zijne soms meer of min fabriekmatige kunst’.
Zie: Bredius, Amsterdam in de zeventiende eeuw III, 2; Immerzeel; Kramm; van Gool, Lev. d. Schild. I; von Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon II, 199.
Schallenberg - van Huffel