[Mastelijn, Rafael]
MASTELIJN (Rafael), kanunnik-regulier der congregatie van Windesheim in het klooster Groenendaal bij Brussel, baccalaureus in de theologie, overl. te Brussel in het klooster Jericho 16 Febr. 1684. Gedurende acht jaar had hij het nonnenklooster Nazareth te Waalwijk bestuurd, dat oogluikend was blijven bestaan. Zijn vader overleed einde Febr. 1632, zijne moeder 30 Sept. 1654. Nazareth ontving een legaat om voor hen te bidden en teekende zijn naam, evenals te Groenendaal, op in het necroloog. Maria Mastelijn, overl. 17 Oct. 1678, en het antwerpsch begijntje Susanna Mastelijn, overl. 14 Sept. 1658, die beiden het arme Nazareth een legaat schonken, zullen wel bloedverwanten zijn geweest van rector Rafael, evenals Anna Mastelijn, non der cistercienserabdij Nazareth te Lier. De kanunniken van Groenendaal, Petrus Mastelijn, overl. 27 Sept. 1647 en Marcus Mastelijn, later prior in Zevenborren, overl. 4 Dec. 1652, waren kinderen van zijn oom Hendrik, geneesheer der Aartshertogen.
Rafael Mastelijn werd na zijn rectoraat in Nazareth naar het nonnenklooster Jericho te Brussel geroepen, waar hij nog werkzaam was, toen Sanderus zijne Chorographia sacra Brabantiae uitgaf. Hij was aldaar 1657 zijn confrater Joh. Lamantius, die tot prior van Groenendaal was verheven, opgevolgd.
Zie: Graf- en gedenkschriften van Antw. IV, 442, 443, 448, 449; Sanderus, Chorographia sacra Brab. II, 141.
Fruytier