(Harderwijk 1654), die door zijn weduwe zijn uitgegeven en uitmunten door zuiver en onberispelijk Latijn. Voor Dr. J.C. van Slee vormden deze Epistulae den grondslag voor zijn interessante biografie van Martinius. Martinius was 15 Mrt. 1646 te Epe geh. met Anna Verhagen, dochter van Peter Verhagen. Uit dit huwelijk stamde Ds. Petrus Martinius, ged. te Epe 7 Mrt. 1652, stud. te Harderwijk 1668, te Leiden 1671, predikant te Oosterwolde 1677, Nunspeet 1679, overl. aldaar 3 Mei 1718, uit wiens huwelijk met Helena Desemers werden geboren: 1e Ds. Franciscus Martinius, geb. te Nunspeet 11 April 1695, stud. te Harderwijk 1713, te Leiden 1718, predikant te Nunspeet 1719, em. 1739, overl. Nunspeet 19 Oct. 1741, ongehuwd; 2e Ds. Dithmar Martinius, geb. te Nunspeet 16 Oct. 1696, stud. te Harderwijk 1718, te Leiden 1721, predikant te Elspeet 1728, overl. aldaar 9 Juni 1763, gehuwd met Henrica Fabritius, een dochter van Ds. Bernardus Fabritius, pred. te Elburg, en Christina Wamelingh, had hij vier zoons (Petrus, Bernardus, Franciscus en Dithmar) en één dochter (Christina Helena, geh. met Rijkert Appeldoorn).
Franciscus Martinius' broeder Coenraet Martensz., geb. te Kampen omstr. 1613, overl. te Amsterdam 1666, was apotheker aldaar en had uit zijn huwelijk met Marie Pipart een zoon Paulus Coenraetsz, die zich later (naar zijn grootvader Marten Ludersz.) Paulus Luderus noemde en de stamvader werd van het amsterdamsche geslacht Luderus.
Zie: J.C.v. Slee, Franciscus Martinius (1904); Gebodenboek te Kampen en Register der Ecclesiast. Goederen (Oud-Archief Kampen); Alb. Ac. Leiden; Bijdr. Gesch. Overijssel, passim; Herald. Bibl. (1882) 243, 350; Doopboek Nunspeet; Handschr. Borger in de Univ. Bibl. Amsterdam; Navorscher (1925); H.F. Wijnman, Genealogie Martinius- Luderus in Mbl. Ned. Leeuw, 1926, 323 v.v.
Wijnman