Hij trad in milit. dienst, werd 8 April 1776 luitenant-kolonel bij de garde van Holland, 15 Oct. 1787 kolonel, 8 Mei 1789 kolonel-commandant, daarna luitenant-generaal, provinciaal commandant van Groningen en Drente, en eindelijk commandant van Leeuwarden. Hij werd bij Kon. Besl. van 1 December 1814, no. 14 benoemd in de ridderschap van Groningen en was lid der Provinciale Staten van dat gewest. Hij huwde te Groningen 11 Juni 1792 met Maria Albertina (barones) von Maneil (1772-1850) dochter van Cornelis en van Josina Petronella Alberda van Bloemersma. Uit dit huwelijk zeven zoons en drie dochters. Van de zoons komt Mr. Albert Otto Ernst graaf v.L.S. in dl. V, kol. 818 voor, en gaat graaf Louis Gaspard Adrien hiervoor.
Zie: Adelsarchief, 1901, 194, 195, 198-201; Nederl. Adelsboek, 1915, 139, 140; Mdbl. Ned. Leeuw, XII, 74, XLIII, 110.
Regt