[Leiden, Wermbold van]
LEIDEN (Wermbold van), kartuizer, overl. 23 Mei 1517 bij Utrecht. In het begin der tweede helft van de 15de eeuw trad hij in het kartuizerklooster Nieuwlicht buiten Utrecht, waar hij als monnik werd geprofest. In 1476 volgde hij Hendrik van Heeswijk (dl. VI, kol. 744) na diens overlijden (25 Jan.) op als prior. Hoe lang hij dit klooster heeft bestuurd is niet vastgesteld. In het laatst van Aug. 1478 was hij nog prior van Nieuwlicht. Zijn opvolger in het prioraat werd Willem van Leiden. Toen sedert 1485 van dit klooster uit de grondslag werd gelegd voor de chartreuse Zonneberg bij Kampen, bevond hij zich onder de ‘initiatores’. Vermoedelijk was hij aanvankelijk rector der nieuwe nederzetting en zal hij in 1494, na de incorporatie van het klooster in de orde, er prior zijn geworden. Naderhand is hij weer in het utrechtsche klooster teruggekeerd, waar hij ook nog korteren of langeren tijd de ambten van procurator en van vicarius heeft bekleed. In de 15de eeuw bloeide in zijn klooster de kunst van het afschrijven en versieren van boeken. Ook hij heeft daar ijverig aan deelgenomen. In de Universiteitsbibliotheek te Utrecht worden nog verschillende hss. van hem bewaard, nl. no. 335 van den catalogus, welken codex hij in 1462 Laurens van Leiden heeft helpen schrijven, no. 186 (1482-83), no. 187 (1494), no. 733 (1509), no. 198 (1510) en de nos. 131 en 199 (ongedateerd).
Zie: Meinsma, Middeleeuwsche Bibliotheken, blz. 156; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. Utr. IX, 156, 249, 271, 284, 357; Drossaers, De Archieven v.d. Delftsche Statenkloosters ('s Gravenhage 1917), 208; Catal. Codicum Manu Scr. Bibl. Univ. Rheno-Trajectinae (1887).
Scholtens