Hervormde kerk toegelaten. Omtrent dezen tijd schijnt A. den kring van van den Enden (zie dit woordenboek deel VI, 480) te hebben leeren kennen en met Spinoza en diens leer in kennis te zijn gekomen. In 1664 verscheen althans van zijn hand 't Nieuw Woorden-Boek der Regten door Mr. A.K. dat naast het doel het ‘knoei-latijn’ te willen bestrijden, de duidelijke bijbedoeling had christelijke leerstukken en gebruiken aan een scherpe critiek te onderwerpen. Meer en meer een apostel van Spinoza's leer geworden, verscheen in 1668 in hetzelfde handige duodecimoformaat Een Bloemhof van allerley lieflijkheyd zonder verdriet, geplant door Vreederijk Waarmond, ondersoeker der waarheyd, tot nut en dienst van al die geen, die der nut en dienst uyt trecken wil. Of een vertaaling en uytlegging van al de Hebreusche, Grieksche, Latijnse, Franse, en andere vreemde bastaardwoorden en wijsen van spreeken. Gedaen door Mr. Adr. Koerbagh, regtsgel. en geneesmr. 't Amsterdam. Gedrukt voor den Schrijver. Evenals in zijn vorig werk werden hierin duizenden uitheemsche woorden op juiste en bondige manier verklaard en als zoodanig is het lang niet onverdienstelijk. Betrof het echter termen van philosofischen of theologischen aard, dan gaf hij opmerkingen en meeningen ten beste, die zoo indruischten tegen de denkbeelden van het overgroote deel van het volk, dat het er soms den schijn van heeft of hij zijn tijdgenooten opzettelijk heeft willen krenken. De schrijver heeft dit blijkbaar later eerst ingezien, want, zich in zijn woonplaats niet veilig voelende, is hij uitgeweken naar Kuilenburg, een vrije heerlijkheid, waar hij van het amsterdamsche stadsbestuur noch van den kerkeraad iets te vreezen had.
Kort daarna ging ter perse: Een Ligt schynende in duystere plaatsen om te verligten de voornaamste Saaken der Godsgeleertheyd, ontsteeken door Vreederijk Waarmond, ondersoeker der waarheyd, anders Mr. Adr. Koerbagh Regts-gel. en Genees-Mr. 't Amsterdam gedrukt voor den Schrijver. Int Jaar 1668. Ofschoon nog niet voltooid, werden de eerste vellen al dadelijk verspreid. Intusschen durfde de drukker Everardus van Eede te Utrecht er niet mee voortgaan en openbaarde de zaak aan den schout, die zijn ambtgenoot te Amsterdam er van in kennis stelde. Nog tijdig gewaarschuwd, kon Adriaan, die zijn veilige vrijplaats verlaten had, naar Leiden ontkomen, waar een vriend hem verborg. Door verraad viel hij in handen van het gerecht, dat hem aan Amsterdam uitleverde. Het is te begrijpen, dat het boek hevige opschudding verwekte; nog scherper veroordeelde hij hier het leerstellige van de oude rechtzinnige leer der vaderen. Het over hem gevelde vonnis was zeer streng: 10 jaren gevangenis in het rasphuis, voor 10 jaren uit de stad gebannen en ƒ 4000 boete. Langen tijd had men er over beraadslaagd, of men hem niet uit Holland en W.-Friesland zou verbannen. De overweging, dat de wet in dat geval eischte: aflezing van het vonnis na klokgeslag en kennisgeving aan alle schouten van den Lande, deed hen overhellen tot uitbanning uit de stad. Het was er den heeren om te doen de zaak zoo min mogelijk ruchtbaarheid te geven, ‘overmits de ooren teer en de nieuwigheden kittelachtig zijn’. De barbaarsche rasphuisstraf heeft hij een jaar kunnen uithouden. Toen was zijn van nature overigens gezond lichaam gesloopt en ontfermde de dood zich over hem. De apostel van het Spinozisme heeft het ongeluk gehad zijn tijd te ver vooruit te zijn geweest; hij is gevallen als martelaar voor de vrijheid van denken in een tijd, die er niet rijp voor was.
Zijn broer Johannes, die niet zoo ver ging, maar toch volgens den kerkeraad met sociniaansche