verdienstelijk gemaakt, en de synode van April 1657 te Breda heeft de eigenaars van slaven op het eiland dringend aangemaand dat werk te bevorderen en hunne gedoopte slaven menschelijk, als broeders in den Heer te behandelen, en in geen geval hen te verkoopen aan niet-gereformeerde meesters. Ter synode van Dordrecht, in April 1658, blijkt dan, dat het niet gemakkelijk gaat deze voorschriften in practijk te brengen, maar men blijft daarop toch aandringen, onder verwijzing o.a. naar naburige fransche eilanden, waar de wetten ook het verkoopen van slaven aan ongeloovigen verbieden. Deze zelfde synode staat Ds. Camp zijn verzoek toe, om van zijn ambt ontheven te worden, ook omdat een ander, die Fransch en Hollandsch beide kent, daar meer nut zal kunnen doen. En heeren directeuren zal men instantelijk verzoeken het tractement voor den nieuwen predikant te verhoogen, dat nu al te ‘pétit et chétif’ is. Intusschen overleed Ds. Camps in het voorjaar van 1659. De geschiedenis van zijn pastoralen arbeid op St. Martin is eene gewenschte bijdrage voor onze nog geringe kennis van zending onder de slaven.
Zie: Album stud. ac. Lugd. Bat., 415; Histoire naturelle et morale des Iles Antilles (Rotterd. 1658), 44; Livre Synodal I, 1896, 518 art. 30, 525 art. 27, 527 art. 6 en 7, 535, art. 7, 543 art. 19, 545 art. 4, 555 art. 2, 562 art. 3.
L. Knappert