[Jansen, Henricus Wilhelmus]
JANSEN (Henricus Wilhelmus), pastoor, overleden als trappist in het klooster Oelenberg in den Elzas onder den naam van pater Maria Felix, 28 Jan 1848, was geboren te Emmerik 15 Febr. 1773, zoon van Joannes en Agnes Kaal. Emmerik behoorde onder de Hollandsche missie en zoo werd H.W. Jansen opgeleid en gewijd als priester voor deze missie. Hij was 1807 pastoor ‘Onder de Linden’ te Utrecht, daarna te IJsselstein, Breukelen en Hoogland. Het scheen, dat hij nergens rust vond. October 1824 besloot hij het harde, zeer strenge leven der trappisten te omhelzen. De Godsdienstvriend verdedigt H.W. Jansen, die van onbestendigheid van karakter was beschuldigd. In het klooster Darfeld in Westfalen werd hij eerst aangenomen als kostganger. De pruisische regeering had aan de trappisten verboden nog novicen aan te nemen. Om aan de pruisische tegenwerking te ontkomen, zochten de trappisten van Darfeld een toevlucht in den Elzas 1824-25, in een oud augustijnerklooster Oelenberg bij Mühlhausen, bisdom Straatsburg. Aldaar legde de pastoor 15 Febr. 1526 zijne kloostergeloften af in het ‘Domus Dei Montis Olivarum Reformationis Venerabilis Abbatis Armandi de Bouthilier de Rancé, Beatae Mariae de Trappae primaevae Cisterciensis Observantiae’. 22 jaar leefde hij als een voorbeeld voor allen, stipt den allerstrengsten levensregel onderhoudend, een boeteleven van stilzwijgen, vasten, arbeid en gebed. Hij stierf als een heilige.
Zie: Archief aartsbisdom Utrecht I, 152-153; VIII, 107; Bijdr. bisdom Haarlem XXXIX, 136-144; De Godsdienstvriend IX, 44, XIII, 264, XV, 188, XVI, 110.
Fruytier