[Hoflandt, Cornelius]
HOFLANDT (Cornelius), geb. te Haarlem 1601, priester, magister in de philosofie en baccalaureus in de theologie, overleed aldaar 15 October 1667 (Necrologium Harlemn. in De Katholiek LXI (1872). Bij zijn eerste H. Mis droeg hem Jan Albert, pastoor van het begijnhof te Haarlem, een latijnsch gedicht op, gedrukt in Bijdr. bisdom Haarlem I, 56-57: Ode in Primitiis pietate doctrinaque Ornatissimi viri D. Cornelii Hoffelandi S.T.B.F. primum sacrificantis V, kal. Febr. anno CDDCXXVI (28 Jan. 1626).
Acht en twintig jaren droeg hij vol ijver zorg voor de Katholieken van Sloten en tevens ook van Sloterdijk en Oostdorp. Hij heeft, zooals blijkt uit de akten van het haarlemsch kapittel (Bijdr. Haarl. II, 303) 19 Febr. 1633, te Sloten een nieuw bedehuis gebouwd. 1652 onderhandelde hij met Osdorp. Hij verbleef 1653 te Amsterdam, zooals ook uit de Relatio van den vicaris de la Torre blijkt (Archief Utr. XI, 138). Niet gemakkelijk schijnen de onderhandelingen met de Osdorpers verloopen te zijn (Bijdr. H. III, 133, 445). Zij wilden niet veel geven voor de diensten van Mr. Cornelius (Bijdr. Haarlem XV, 360 vv.).
Bij zijn dood werd zijn portret uitgegeven met een onderschrift: ...‘En stelt het in U huys gelyk een kostlijk pandt’ (Bat. Sac. II, 379). Zijn assistent, sinds vele jaren de eerw. H. Meyer, volgde hem op in zijne staties (Hist. episc. Harlemn. 58). Het Necrol. Harl. zegt ‘Antehac pastor in Oostdorp’.
Zijn portret is gegraveerd door Th. Matham naar JCz. Verspronck.
Fruytier