zonden. Toch komt de naam van Alardus H. ook voor onder de getuigenis ten gunste van P. Codde om op te komen tegen deze aanklacht, in Bat. Sac. II, 519, als ‘Alardus Hofland, expastor in Wormer’ (zie hierover Bijdr. bisdom Haarlem VI, 130).
Toen Hoflandt op bevel der Staten voor het onderzoek, uitgelokt door de Jansenisten 1710, een verklaring moest afleggen voor van Gael, erkende hij als zijn overste den door den Paus benoemden vicaris A. Damen. Hij verklaarde echter ook in deze de Staten te gehoorzamen (zie: Bijdr. Haarlem X, 378, 388). Toen hij in Homade kwam, omstreeks Kerstmis 1706, stond de statie reeds twee jaar zonder priester. Zijn voorganger Sonsbeek was in den zomer 1704 vertrokken. Zijne gemeente had hem niet meer willen aanhooren, wijl hij Jansenist was. Alardus Hoflandt overleed plotseling te Leiden, 11 Nov. 1712. Na zijn dood bleef de statie Homade opnieuw twee jaar onvervuld.
Zie: Bijdr. bisdom Haarlem V, 105, VII, 238, XII, 40; Archief aartsb. Utrecht XIX, 13, 305, XLIV (1919), 299; Batavia Sacra II, 275, 389, 443.
Fruytier