herdr. met zijn eigen naam in 1666). Voetius en de zijnen gewaagden in deze aangelegenheden menigmaal van ‘de sonde van Achan’ (Jozua 7:1). Toen van Hengel in Febr. 1662 daarover op zijne wijze gepreekt had, schreef Voetius een uitvoerige en heftige bestrijding van die preek in zijn Politicae ecclesiasticae libri .... (Amst. 1663), I, pars II, 759-791.
Tegen de roomsche kerk schreef v.H.: Het Afkeer ende de Bitterheyt over 't verschil der religie gematicht ende recht bestiert, mitsgaders medelijden met de dwalende ende sachtmoedige onderwijsinge der selve (Utr. 1673). Nadat pater Cornelius Hazart hem hierover had te woord gestaan, schreef hij wederom: Beknopte Weegschael, van welk boekje nog de volledige titel gezocht wordt.
Onder den schuilnaam Christianus Philalethes schreef van Hengel tegen Voetius: Staet des geschils over 't stuck van de bancken van leeninghe, summierlick geopent (Utr. 1665).
In Nov. 1673 werd van Hengel als gijzelaar opgeëischt door den franschen gouverneur Stoupa, omdat hij behoorde tot de 14 rijkste en voornaamste ingezetenen van Utrecht. Van zijn wedervaren op de reis naar Rees (Land van Kleef) geven de Bie en Loosjes, t.a.p., uitvoerig bericht, evenals van andere merkwaardige bijzonderheden uit zijn leven.
Hij was gehuwd met Elisabeth de Witte. David van Hengel (zie een volg. art.) was hun derde zoon.
Van zijne werken moeten wij nog noemen: Missive van een vrient aen sijn vrient, vervattende eenige korte aenmerckingen op de Historische Instructie aengaende de Canonicken ende haer goederen, onlangs uytgegeven door d. Matthias Nethenus (Amst. 1661), anoniem verschenen; Sabbathsonrust verandert in Sabbaths-rust, dat is de disputen en twisten over den Sabbath beslist (1664), anoniem verschenen; Vredesdrangh ofte accuraet ende leersaem discours aengaende de dispuyten ende onlusten in de kercke tot Utrecht, onder den schuilnaam Salomon van Amstel; Siloloquium ofte aenspraecke en heylighe bedenckingh van een gelovige ziele over den inhoud en practyke des H. Doops (1657); Siloloquia ofte aenspraecken ende heylighe bedenckinghen van een geloovige ziele, over den inhoud ende practijke der twee Sacramenten des N. Test. (Utr. 1688); Klaer en grondigh naderonderrigt over de waerschouwinge van Timotheus Philalethius (volgens A.C. Duker, Gisb. Voetius III (Leid. 1914), 124, aant. 1. pseudoniem van Cornelius Gentman) ende het beter onderricht.... die gegeven zijn tegen Vredes-drangh (Amst. 1663); Onpartydigh Receul ofte versamelinge van de wederzijts argumenten, redenen en replicen ... over de materie ofte questie van den Sabbath. Met het oordeel des autheurs in desen (Utr. 1668); Nehemia .... (Utr. 1674; Amst. 1748).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 693-698; A.C. Duker, Gisb. Voetius II (1910), 2932, 2973, 3261, bijl. blz. 7, 108, 120, III (1914), 331, 924, 1193, 120, 1433, 145, 270, 284, 318 v., 338; J.I. van Doorninck, Bibl. van Ned. anonymen en pseudon. ('s Grav. en Utr. [1870]), no. 525, 3020, 3977, 4227, 5129.
Knipscheer