[Hendriksz., Daniël]
HENDRIKSZ. (Daniël), geb. te Schiedam 28 Maart 1766, overl. te Groningen 7 Maart 1841, zoon van Antoni Pieter Hendriksz. en Adriana de Lange. Hij studeerde te Leiden, werd predikant te Zunderdorp 25 Oct. 1789, te Krimpen a.d. Lek 10 Juli 1791 en te Groningen 20 Sept. 1801. Hij was gehuwd met Barta van der Wal; na haar overlijden hertrouwde hij 16 Mei 1822 met jonkvr. Henrietta Ferdinanda Wichers (geb. te Groningen 7 April 1794, overl. ald. 4 Sept. 1853). De zoon uit dit laatste huwelijk, ook Daniel Hendriksz. geheeten, stierf als em. pred. van Meerssen 10 Nov. 1899.
In 1816 werd hij mede aangewezen als lid van de consuleerende commissie, door Willem I benoemd. Hij was ook lid van de synode van 1816 en eenige jaren daarna. Hij schreef: Onderwijs in de leer van den Godsdienst, naar het Kort Begrip der Chr. Religie (Rott. 1800; 26ste dr. Gron. 1870).
Eenige portretten zijn van hem bekend.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 680 v.; Handelingen der Synode van de Herv. Kerk in .... Ned. in den jare 1816 ('s Grav. 1821), 5; ook volgende jaren; L. Knappert, Gesch. der Ned. Herv. Kerk II ('s Gravenh. 1912), 253.
Knipscheer