Van zijn kinderen uit het tweede huwelijk noemen wij Joannes Adam Godefridus, ook Joannes Adam of wel Godefridus of Godardus genoemd, komt herhaaldelijk in de doopregisters van Venlo voor, was heer van Blerick 1674-77, huwde met Catharina Beijs. Hij belastte 24 Maart 1673 zijn leengoed de Munt te Tegelen met 1300 pattacons ten profijte van jonker Christoffel van der Voordt. Den 11 en Mei 1674 werden de schepenen en de pastoor van Blerick naar Roermond geroepen, ten einde getuige te zijn van het wettig in bezit nemen der heerlijkheid Blerick door dezen Jan Adam van Hasselholt van Stockheim, als tijdelijk heer dier plaats. Den 14en daaropvolgende werd hij ingehuldigd. Zijn zuster Alexandria, overl. te Blerick in 1677, huwde te Venlo 3 Maart 1662 met Joannes Bertramus van Laer van Hoenlo (ged. te Baerlo 6 Maart 1632, overl. te Blerick 15 Mei 1702, zoon van Hendrik en van Christina van den Bijlandt), welke zijn zwager opvolgde als heer van Blerick 1677-1702.
Zie: doopregisters van Venlo, Blerick en Tegelen; overdrachten van Venlo d.d. 4 October 1642, 22 Maart 1644 en 11 Juni 1646 op het rijksarchief. te Maastricht; Jan Verzijl, Genealogie Romer in Maasgouw (1922) 37-39; dez., Genealogie van Laer van Hoenlo in Maasgouw (1924) 43; A.J. Flament, Wapenschilden als obitoria op het raadhuis te Venlo in Maasgouw (1896) 6; Gerard Peeters, Geschiedkundige beschrijving van het aloude kerspel Blerick in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg (1870) 273-274; Jos. HabÉ™ts, Het adellijk geslacht van Hasselholtz in Maasgouw (1883) 854-855; Limburg's Jaarboek (1910), 241.
Verzijl