troepen van Rennenberg, welke echter het Statenleger te gemoet trok. De achtergebleven bewakers in de abdij werden tijdens een zwelgpartij overvallen door staatsche benden, die de abdij veroverden, 8 Sept. 1580. De Spanjaarden trokken opnieuw naar de abdij. Deze werd 11 Sept. 1580 door de staatsche troepen in brand gestoken toen zij zagen, dat zij ze niet meer konden behouden. Niet alleen de monumentale gebouwen, maar schatten van kunst en geschiedenis van het klooster en der landstreek werden vernield. De abt met zijne kloosterlingen hadden zich teruggetrokken in hun refugium op den Munnikenholm binnen Groningen. Hij treedt nog op als vertegenwoordiger der ommelander staten (1583) en was 1586 door de Groningers afgevaardigd naar Parma.
Zooveel hij kon, trachtte hij de kloosterbezittingen en landerijen te verzorgen en daaruit eenige inkomsten te trekken. De oorlog in de Groningerlanden, de dijkbreuken vernielden bijna alles, zoodat men niets vond dan wildernis. In 1587 werden eenige landen van Aduard weder bebouwd. Niet alleen de aduarder kloosterlingen maar ook Cisterciensers van Gerkesklooster, Essen, Bloemkamp, Trimunt en Termunten moesten zich in armoede en kommer onderhouden in hunne huizen binnen de stad Groningen, waar zij, zooveel mogelijk was, den kloosterregel onderhielden. Aldus schreef de abt, Joh. Greven, in een brief van 6 Nov. 1586 aan den vicaris-generaal zijner orde, den abt van Cambron, onderteekend door de abten van Gerkesklooster, Bloemkamp en Everardus Raedt, abt van Termunten. Toen 1590 de Geuzen de abdis van St. Anna met hare nonnen en den klaarkamper monnik Theodoricus Petri gevangen weggevoerd hadden naar Sneek, gaf Joh. Greven en de abten Everardus Raedt met Thomas van Bloemkamp de noodige vergunning om gelden op te nemen noodig voor hunne invrijheidstelling. Joh. Greven van Aduard is dus niet tegelijk abt of bestuurder van Termunten geweest, zooals beweerd wordt in Archief Utrecht XLVIII, 112, maar wel Everardus Raedt. 1 Nov. 1582 verlengde Joh. Greven, met de priorin en conventualen van Trimunt, de pacht van land toebehoorende aan het klooster Trimunt. Greven overleed vóór den overgang der stad Groningen, waarschijnlijk 1592. Hem bleef dus het leed gespaard dat hij de laatste hoop op herstel zijner abdij, die door de onderdrukking van den katholieken godsdienst onmogelijk was, moest zien verdwijnen.
Abt Joh. Greven komt nog voor als vaderabt en visitator der vrouwenkloosters Trimunt en Assen in de pachtcontracten der jaren 1579, 1580, 1581 en 1588 door de abdissen en conventualen uitgegeven.
Zie: Archief Utrecht XLVIII (1922), 79-113; H. Brugmans, De kroniek der abdij St. Bernardus te Aduard (1902) 112, 117; Nanninga Uitterdijk, Geschiedenis der Bernardijnen te Aduard 153-167; Ant. le Waitte, Historiae Camberonae pars altera (Paris. 1673) 516; J.A. Feith en H. Brugmans, De kroniek van Abel Eppens tho Equart (Amst. 1911) I, 1284, 344, 490, 539; II, 32, 375, 402, 428, 465.
Fruytier