[Gaveren, Raso van (2)]
GAVEREN (Raso van) (2), oudste zoon van den vorige, overl. in Dec. 1306. Reeds in 1275 was hij gehuwd met Alice van Boenlaer, bij wie hij zeker drie kinderen had: Raso (3), die volgt; Philips van Liedekerke (zie aldaar) en Zeger van Boenlaer. Zij overleed 25 Nov. 1294 en werd begraven in de abdij van Beaupèré. In den zomer 1300 trad hij nogmaals in het huwelijk met Hadewij van Strijen, dochter van Willem, heer van Strijen, bij welke hij vier kinderen verwekte, in 1317 nog in leven.
Raso (2) erft in 1290 de heerlijkheid Breda, waarvan de westgrens door hertogelijke commissarissen wordt vastgesteld, schenkt in Mei, vermoedelijk bij zijne inhuldiging, aan Breda het recht om straatgeld te heffen, vereenigt het gastenhuis aldaar met het Norbertinessen-klooster St. Catharinadal, dat om de overstroomingen Vroenhout onder Wouw moest verlaten in 1295, staat met den heer van Bergen op Zoom wijzigingen toe in de keur van Steenbergen, is de groote weldoener der Cistercienser-abdij St. Bernard aan de Schelde, waar heden nog elken dag zijn naam wordt herdacht onder de H. Mis.
Zie: Taxandria XXXII (1925), 107-125.
Juten