[Gaveren, Raso van (1)]
GAVEREN (Raso van) (1), heer van Breda, overleden omstreeks het begin van April in 1290. Hij was een zoon van Raso van G., in de geschiedenis van Vlaanderen bekend als ‘le glorieux et puissant baron’ en overleden 9 Nov. 1241, en van Sophia, een der vijf kinderen van Godfried van Schooten (zie ald.). Uit zijn huwelijk met Margaretha (van Enghien) zijn vijf kinderen bekend: Raso (2), die volgt, Jan, heer van Appeltern en Eyghen, die in 1304 zijn testament maakte; Arnoud, tresorier van het luiksche domkapittel; Seger, heer van Cruibeke; Gerard, heer van Oosterhout.
In 1244 noemt Raso zich heer van Liedekerke en voert in zijn rood wapenschild drie zilveren leeuwen: in den strijd tusschen Jan van Avesnes en de zwarte Margriet kiest hij partij voor den zoon, maar later moest hij zich buigen voor de vlaamsche gravin; in 1256 is hij voogd over de kinderen van Hendrik van Breda en in 1270 en 1277 hecht hij zijn zegel aan oorkonden van Arnoud van Leuven en Elisabeth van Breda; bij de verdeeling der heerlijkheid Breda in 1287 wijst de hertog van Brabant hem Breda met aanhoorigheden toe en bij den dood van Arnoud van Leuven wordt hij met die heerlijkheid beleend; het contra-zegel, na dien door hem gebruikt, vertoont een gedeeld schild: de drie leeuwen van Liedekerke en de drie sautoirs van Breda. In den slag bij Woeringen (5 Juli 1288) was hij aanvoerder van het bredasche korps. Uitvoerig heeft van Heelu het aandeel van den bredaschen heer in den strijd berijmd.
Zie: Taxandria XXVIII (1921), bl. 102-115, 177-184.
Juten