[Duarte, Manuel Levy]
DUARTE (Manuel Levy) of Manuel Levy (Mendes), zoon van Levy Duarte (juist genoemd), gehuwd met Constancia Levy Duarte, behoorde tot de aanzienlijkste en vermogendste Ieden der portugeesch-joodsche gemeente van Amsterdam op het eind der 17de eeuw en tot die van den Haag in het begin der 18de eeuw. Vóór hun vertrek naar den Haag schonk het echtpaar aan de portugeesche synagoge een kolossaal verguld zilveren drijfwerk door den beroemden Adam van Vianen gedreven, een ovale schaal met een uitvoerige voorstelling van het bezoek der koningin van Seba aan Salomo. De ‘groote zilveren lampetkan gedreeven door Viana’, die erbij behoorde, werd in 1777 gestolen en door de gemeente vervangen door een andere waarop de ontmoeting van Jacob met Joseph gedreven is. Dit was waarschijnlijk als afscheidsgeschenk bedoeld, toen het vermogen de echtpaar zich in den Haag ging vestigen, waar toen nog geen synagoge-gebouw stond, althans niet in den eigenlijken zin des woords. De jonge, slechts eenige jaren oud zijnde portugeesche nederzetting kreeg dus een belangrijke aanwinst door hun komst. Manuel Levy Duarte werd nu een voornaam regent der haagsche portugeesche synagoge, in welke hoedanigheid hij reeds in 1701 voorkomt. Zoo speelde hij in 1710 een rol bij de verkrijging van de begraafplaats dier gemeente aan den Ouden Scheveningschen weg. Door burgemeesteren en schepenen in 1701 aangewezen om de geschillen met de hoogduitsch-joodsche gemeente te beslechten, werd hem ook opgedragen een reglement voor die gemeenschap te ontwerpen.
In 1697 kocht hij de huizen aan den Kneuterdijk No. 22, het paleis, laatstelijk bewoond door minister van Karnebeek. Manuel Levy Duarte en zijn gade Constancia kochten het oostwaarts gelegen perceel voor ƒ 24000 en ƒ 112 's jaars verpondingen en het westwaarts gelegen huis bij acte van 19 Juli 1702 voor ƒ 15000. Nog op 6 October 1713 kreeg Emanuel Levy Duarte vergunning op den noordoosthoek twee palen voor het uitstek te plaatsen. Voor het einde van het jaar schijnt het echtpaar Duarte kort na elkaar te zijn overleden, daar de voogden van de minderjarige erfgenamen op 28 Juni 1714 hem het westwaarts gelegen perceel verkochten en zij hierbij niet meer optraden of vermeld worden.
Bronnen zie art. Gasp. Duarte.
Zwarts