[Duarte, Jacobus of Diego]
DUARTE (Jacobus of Diego), oudste zoon van Gaspar Duarte, voornaam juwelier te Antwerpen en omstreeks 1682 te Amsterdam. Evenals zijn vader, in wiens zaak hij opvolgde, was hij zeer gezien aan het engelsche hof en droeg den titel: ‘Nobilis Domesticus Regis Angliae’. Hij bood in den Haag eenige kostbare sieraden aan den lateren Willem II te koop aan, die in 1641 prinses Maria van Engeland huwde, en ofschoon de Prins den prijs wel hoog vond, nam hij het aanbod in overweging. Huygens stelde ten slotte den prijs vast, die beide partijen aanvaardden. Na Gaspar's dood bracht Constantijn Huygens zijn vriendschap op Jacobus over. Deze bood in 1657 zijn broers en zusters de gravure naar een schilderij uit zijn bezit aan, zijn vader op het laatst van zijn leven voorstellend, waarvoor Constantijn het bijschrift dichtte. Ook de liefde tot de muziek bond Jacobus aan Huygens. In één zijner laatste brieven dankt deze Jacobus voor de opdracht van een bundel muziek. Toen Constantijn Huygens de jongere als opvolger van zijn vader 's Prinsen secretaris was geworden, bezocht ook hij herhaaldelijk de gastvrije huizinge aan de Meir te Antwerpen. Hier was een prachtige schilderijenverzameling bijeengebracht van de meest bekende nederlandsche, spaansche en italiaansche schilders. Frederik Muller heeft dezen catalogus van de veiling te Amsterdam uit het jaar 1682, dien hij bij de amsterdamsche joodsche familie Jessurun Cardozo vond, in 1870 gepubliceerd. Prof. Bussemaker trof in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel eveneens een 25 folio's lange lijst van 1682 aan ‘Register van de schilderijen in huys van Diego Duarte, woonende te Antwerpen’. De koning-stadhouder, Willem III, heeft met zijn secretaris tijdens den veldtocht van 1674-78 in de Zuidelijke Nederlanden, herhaaldelijk bij Jacobus Duarte te Antwerpen gewoond en daar zijn staatszaken afgedaan. Huygens vertelt verschillende malen van een rondgang door de rijke collectie
van verrukkelijke Breughels, Holbein's, van Dijk's enz. Op 11 Juni 1676 kon hij niet in het groote kabinet, omdat Willem III met den raadspensionaris Fagel zich daar voor een conferentie had teruggetrokken. Na 1688 houden de relaties geheel op, zegt mej. Dr. Szper; toen waren de Duartes reeds jaren voor goed in de Republiek gevestigd nl. als orthodoxe leden der portugeesch-joodsche gemeenschap te Amsterdam, waar zij na 1682 voorkomen, n.l. deze Diego. Hij had zijn vaders belangstelling in de schilderkunst geërfd en was bovendien een beroemd organist en componist; ook hij was als katholiek bekend geweest. Het is niet aannemelijk,