gedaan, altijd als putger (‘grumete’), een naar San Lucar de Barrameda, een naar Lissabon, een naar Engeland en twee of drie naar Rouen; na elke reis was hij weder in Holland teruggekeerd. Hij wist te vertellen, dat de Straat van Magalhães op 52o ZB. lag en dat zij in den Grooten Oceaan tot 57o ZB. afgedreven waren; ook geeft hij enkele diepten en breedten van de Straat van Magalhães, en zegt zelfs, dat zijn zeekaart fout was, hoewel hij de opmerking maakt, dat hij geen nautische kennis bezat. Hij bleef te Lima ‘int Hoff van den Vice-roij’ (IJzerman, Dirck Gerritsz. Pomp, blz. 93, 100).
Zie: De reis van Mahu en de Cordes door de Straat van Magelhaẽs naar Zuid-Amerika en Japan 1598-1600, uitg. F.C. Wieder ('s Gravenh. 1923) I, 66, 74.
Kossmann