[Burmania, Sjuck van]
BURMANIA (Sjuck van), geb. te Britsum 3 Febr. 1597, overl. te Sneek 20 Juni 1650, zoon van Sjuck en van Cnier van Douma. Hij heette eerst Tjaerd, doch toen zijn vader kort na zijn geboorte overleed, gaf men hem diens naam Sjuck.
Hij werd 5 October 1626 grietman van Wymbritseradeel, was onderscheidene jaren gevolmachtigde ten Landdage en een dergenen, die in 1635 doordreven, dat aan de friesche steden het recht werd verleend haar eigen regeeringsleden te kiezen, wat tot hiertoe den stadhouder toekwam. Ten behoeve van zijn zoon Duco Martena v.B. deed hij in 1647 afstand van zijn grietenij. Vóór dien tijd woonde hij op Martenastate te Cornjum, daarna te Sneek.
Hij huwde in 1622 met Catharina Entens van Mentheda, overleden in 1660, sedert 1618 weduwe van Tonis van Aylva, en dochter van Barthold, heer van Mentheda (dl. VI, kol. 484), en van Bauck van Martena. Hieruit sproten 4 kinderen: Duco Martena v.B. is zooeven genoemd; Gemme (2) en Laes gaan hiervóór: Helena, overl. 25 Maart 1712, oud ruim 70 jaar, huwde in 1660 met Philip Aebinga van Humalda, die in 1672 stierf.
Zijn portret, geschilderd door een onbekend kunstenaar, is in de verzameling van C.J. de Bordes te Velp.
Zie: Nederl. Adelsboek (1912), 462; Mdbl. Ned. Leeuw XLII, 315; Alg. Ned. Familiebl. III,