[Burmania, Sjuck Gerrold Juckema van]
BURMANIA (Sjuck Gerrold Juckema van), geb. 1652, overl. te Leeuwarden 4 Dec. 1720, zoon van Duco Martena v.B. en van Edwer Luts Juckema.
Hij was heer van Camminghaburg en Oosterbroek en werd in 1671, bij afstand van zijn vader, grietman en dijkgraaf van Wymbritseradeel. Hij werd in onderscheidene bezendingen, zoo binnen als buiten Friesland, gebruikt en werd o.a. in 1684 uit de Staten-Generaal, met Daniël Oem van Wijngaarden e.a. gevolmachtigd om het verdrag der Staten met den franschen gezant d'Avaux te sluiten, waarbij Frankrijk zich verbond om Spanje tot aanneming van het bestand te bewegen. Met zijn vriend Sicco van Goslinga had hij in Friesland veel invloed. In 1708 werd hij wegens Oostergoo, in 1714 wegens Westergoo curator der academie te Franeker. In 1716 deed hij van zijn grietenij, dijkgraafschap en curatorsambt afstand ten behoeve van zijn zoon Duco Gerrold en vestigde zich metterwoon op de havezathe Oosterbroek onder Eelde. Hij had deze verkregen, tegelijk met het collatierecht der kerk van Eelde, door het overlijden op 29 April 1710 van zijn zuster Catharina Beatrix van B., weduwe van Otto van Welvelde. Sjuck G.J.v.B. werd 21 Maart 1719 opgenomen in de ridderschap van Drenthe en werd 18 Juni d.a.v. lid van den Loffelijken Etstoel (het souverein hof van Justitie in Drenthe).
Burmania, die ook als een goed latijnsch dichter vermeld staat, huwde omstr. 1680 met Josina Susanna van Welvelde, geb. 1660, overl. 24 Nov. 1689 (volgens Ferwerda, doch waarschijnlijk fout!), dochter van Zeino Joachim, jonker en hoveling te Woltersum, en van Aelcke van Douma. Hieruit minstens 5 kinderen o.a. Duco Gerrold, die voorgaat, en Zeino Joachim Welvelde v.B., die volgt. Vier dezer kinderen zijn in het doopboek van Sneek ingeschreven (Navorscher XLIX, 563). Een dochter Titia Barbara, huwde Egbert Rengers van Farmsum (dl. III, kol. 1067).
Burmania had tot zinspreuk ‘Nobilitas sola est atque unica virtus’.
Zijn door een onbekend kunstenaar geschilderd portret is in de verzameling van J.W. van Welderen baron Rengers op Epemastate te IJsbrachtum.
Zie: Wapenheraut XX, 13; Wagenaar, Vad. Hist. XV, 243; Vriemoet, Athen. Fris. XCIV, XCV; Scheltema, Staatk. Nederl.; Baerdt v. Sminia, N. Naaml. v. Grietm., 301, 302; Stamboek van den Fr. Adel; Mdbl. Ned. Leeuw XXV, 81, 82 (16 kwartieren der kinderen).
Regt