[Bohl, Mr. Joan]
BOHL (Mr. Joan), geb. 8 Oct. 1836 te Zierikzee als zoon van Joan B. en Joanna Thans. overl. 21 Oct. 1908 te Amsterdam, werd aanvankelijk opgeleid voor den handel en vertoefde gedurende vele jaren in verschillende landen van Europa, waar hij vooral belang stelde in staatsrecht en staathuishoudkunde; hij studeerde sedert 26 Sept. 1862 aan de universiteit te Leiden en promoveerde daar 2 Febr. 1865 op proefschrift Een tweetal vragen van Nederlandsch regt, bevattend een burgerrechtelijke verhandeling Beschikkingen ten behoeve der armen, en een strafrechtelijke verhandeling Misdrijven van post-beambten. Hij vestigde zich daarna als advocaat te Amsterdam. Schreef onder verschillende pseudoniemen, als: Diodorus B., Constantijn Ager, Quos Ego, Hendrik Smits; zijn eerste novellen gaf hij op 15-jarigen leeftijd uit; behalve talrijke artikelen in het Fransch, verschenen van zijn hand o.m.: Horsa en Iliandi of Heidenleer en Christenwet (1855); Willibrordus of Heidenleer en Christenwet (1855); Bonifacius of waarheid en dwaling, deze drie boeken bevatten ‘middeleeuwsche zedeschetsen’; (1857); Hemeltelg en Wereldling (1858); Blijf bij ons (1859); Pius VII en zijn tijd (1861-62); 4 bundels Geschiedkundige werken, novellen en gedichten (1863-64); Waarom? roman door Quos Ego; (1863); Het Handschrift, schetsen der VIe eeuw (1866); Oom Adriaan (1866); Najaarsbladeren (1867); De Godsdienst uit staat- en regtkundig oogpunt (1871; duitsche vertaling 1874); Dante Alignieri, Goddelijke Komedie, in Nederl. verzen vertaald met verklaringen en
geschiedkundige aanteekeningen (1876-78-83); Canzonen, een bundel gedichten in terzinen (1886); De raad der advocaten in Abdera (1893); vertaalde uit het Spaansch en Italiaansch verschillende romans. Als roomsch-katholiek schrijver en politicus stond Bohl in nauwe betrekking tot het tijdschrift de Wachter en zijn redacteuren, Lipman en Schaepman. Tusschen den laatste en B. rezen moeilijkheden o.a. naar aanleiding van een recensie van Schaepman over B 's boek De Godsdienst uit staat- en rechtskundig oogpunt (in de Wachter 1872), die aan B. een verweer in de pen gaf, dat te omvangrijk werd geacht om in het tijdschrift zelf te verschijnen en afzonderlijk uitkwam als Kritiek in de ‘Wachter’ (1872). Bohl bleef voortaan de bestrijder van Schaepman, met wiens politieke inzichten hij niet instemde. Hij won een proces, waardoor de naam van De Wachter kwam aan Bohl's in 1876 gesticht Nederlandsch Dante-orgaan, terwijl Schaepman zijn tijdschrift bij een anderen uitgever moest voortzetten als Onze Wachter.
Van groote beteekenis voor den handel waren nog zijn Code de commerce du royaume d' Italie, traduit, commenté et comparé aux principaux codes étrangers et au droit romain (Paris 1884) en Code de commerce Roumain, comparé aux principaux codes de commerce européens, précédé et suivi d' études historiques et juridiques (Paris 1895).
B. was o.a. buitenlandsch eerelid van de Kon. Vlaamsche Academie. Vooral door zijn Dantevertaling is hij bekend geworden.
Bohl huwde 10 Juni 1869 met Cornelia Petronella Joanna Tachi (geb. 21 Maart 1844 te