een ontwikkeld man was, die niet beneden het gewone peil der regenten stond.
In 1773 gaf J. Ploos van Amstel in het licht: Rivierkundige waarnemingen ter voorkoming van overstroomingen opgegeven door Martinus van Barneveld, waarin breedvoerig zijn voorstellen aan de Staten van Holland worden verhaald. Niettegenstaande hij 82 jaar oud was, had v.B. toch het boek, dat ‘zijn eigen werk bevatte, met de pen in de hand nagezien en verbeterd’. Het boek lokte strijdschriften uit, o.a.: Cornelis Redelijkheid, Rivierkundige aanmerkingen op de rivierkundige waarnemingen van M.v. Barneveld ('s Grav. 1773).
Van B. werd te Noordeloos begraven onder de prachtige tombe, die hijzelf te Rome had doen vervaardigen en waar in 1820 de laatste van zijn geslacht, zijn kleinzoon Willem Hendrik, ook een rustplaats vond.
M.v.B. huwde eerst te Gorinchem 28 Aug. 1718 met Elisabeth Steenis, overl. in Nov. 1721, dochter van burgemeester Richardus en van Anthonette van Hoey. Daarna hertrouwde hij te Amsterdam 9 April 1724 met Geertruida Bruyningh, geb. te Amsterdam 19 Juni 1694, overl. te Gorinchem 5 April 1775, dochter van Anthony en van Anna van Erffrenten. Uit het eerste huwelijk een dochter, Geertruida Cornelia, gehuwd in 1756 met Abraham Belcamp. Uit het tweede huwelijk sproten: Anna, huwt in 1750 Mr. Abr. Delcourt (in wiens familie Krimpen overging); Hendrik, die hem als heer van Noordeloos opvolgde en met G.M.C.v.d. Heuvel tot Beichlingen huwde; en Sara, sedert 1750 echtgenoote van Lodewijk Jan Baptiste baron Sweerts de Landas, aan welk echtpaar de heerlijkheden Engelen en Vlijmen werden toebedeeld.
Zijn door een onbekende geschilderd portret in het bezit van Mr. M.G.P. del Court van Krimpen te Haarlem. Voorts komt zijn beeltenis voor op het genoemde grafmonument te Noordeloos.
Zie: Jorissen, Memoriën v.D.v. Bleyswijk, reg.; Vorsterman v. Oyen, Stam- en Wapenb. I, 27 (fam. v. Barneveld) en 112 (fam. Bruyningh); J.H. Scheffer, Ned. Familiearch. (1878).
Regt