[Aylva, Epo van (4)]
AYLVA (Epo van) (4), geb. in 1643, overl. te Augsbuurt 6 Sept. 1720, zoon van Sjoerd (2), die volgt, en van Juliana van Mauderich. Hij werd 10 Jan. 1667 aangesteld tot grietman van Kollumerland en N. Kruisland; zijn vader Sjoerd, wonende te Rinsumageest, was zijn substituut. In 1667, 1673 en 1698 was hij lid der Staten van Friesland. Hij moet in 1681 van een zwaar vergrijp beschuldigd zijn, want 23 Juli 1681 ontving de procureur-generaal last hem crimineel te vervolgen, terwijl hij van Juli 1681 tot Febr. 1682 in zijn post van grietman werd geschorst, met Isaac de Schepper, grietman van Achtkarspelen als plaatsvervanger. De oorzaak is (tot heden) onbekend; zeker is, dat hij driftig en stijfhoofdig was en dat hij schijnt geweigerd te hebben zich naar 's Gravenhage te begeven om daar zitting in de Stat. Gen. te nemen, ten minste werd hem in 1681 bevolen binnen 3 dagen derwaarts te reizen op verbeurte van een half jaar tractement. In hetzelfde jaar werd hij wegens ongehoorzaamheid aan 's lands regeering veroordeeld tot een boete van 50 gouden rijders, wegens tegenwerking van een besluit. Was hij in 1688 politiek commissaris op de synode te Dokkum, en werd hij in 1690 als buitengewoon gevolmachtigde naar de St. Gen. gezonden, drie jaar daarna, 1693, bevond hij zich opnieuw in moeilijkheden. Hij werd toen ernstig onderhouden over zijn gebrek aan eerbied voor de overheid en eenigen tijd daarna met 25 rijders beboet wegens het weigeren om een stemming uit te schrijven.
De onrustige man deed 2 Juni 1712 afstand van zijn grietenij ten behoeve van zijn zoon, doch bleef diens substituut. Hij was in 1668 gehuwd met de weduwe van zijn ambtsvoorganger Feyo Fran-