Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Weil, Fredericus of Friedrich Ragstadt van]

WEIL (Fredericus of Friedrich Ragstadt van), geboren in Duitschland 1648; ‘van Weil’ is waarschijnlijk zijn oorspronkelijke joodsche naam. Nadat hij in 1671 te Kleef tot het Christendom was overgegaan, werd hij predikant van een dorp in de republiek. Hij trachtte de messiaszending van Christus te bewijzen tegen de Joden, speciaal tegen Lipmann von Münchhausen in een latijnsch werkje, dat den hebreeuwschen titel Jafé Maréh draagt (Amsterdam 1671). Een hollandsche vertaling hiervan, die ook een verhaal over den zoogen. Messias Sabbatai Tsewie bevat, verscheen eveneens te Amsterdam (1683). Verder zagen van hem het licht: Uytmundende liefde Jesu tot de zielen (Amst. 1678); Van het genadenverbond (Amst. 1683); twee homiletische verklaringen over Genesis XLIX en Malachi III

[p. 1310]

(den Haag 1684); Noachs prophetie van de bekeringe der heydenen (Amsterdam 1685); J.N. Zions Konink voorgestelt bij het doopen eens Portugeschen Jood (Leiden 1697). De rede door hem bij de doopplechtigheid van dezen, Abraham Gabay Faro, gehouden verscheen te Amsterdam (1688); Borstweren des Geloofs (Amsterdam 1689) en ten slotte nogmaals J.N. Sions Koning over Psalm II, 6 (Amst. 1688).

Zijn portret bestaat in prent door A. Vaillant, J. Veenhuysen en een onbekend kunstenaar.

Zie: Jewish Encyclopaedia X, 308 en Cat. der veiling D. Henriques de castro Mzn. (Amsterdam 1899) no. 1204.

Zwarts