de preekstoel nog in de St. Jan, het oksaal, verwijderd in 1866, dient thans als triomfpoort in het Kensington Museum te Londen. Robertus Sweerts nam ontslag als plebaan, wat reeds lang te voren was aangekondigd, 1622. Hij vertrok naar Turnhout, waar hij eene prebende in het kapittel had bekomen. Zijn verblijf in den Bosch werd door een tegenpartij onmogelijk gemaakt, zooals duidelijk blijkt uit twee open brieven, 1619 en 1622, gegeven door het stadsbestuur, getuigend van den ijver van den pastoor en zijn onberispelijken levenswandel, afgedrukt door Franciscus Sweertius in zijn Athenae Belgicae, 661-63, om de eer van zijn broeder te verdedigen.
19 Dec. 1625 werd Robertus Sweertius plebaan van de St. Pieterskerk te Turnhout. 17 Februari 1629 werd hij tot subplebaan of pastoor van de Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen benoemd. Toen de parochie der Lieve-Vrouwekerk in twee parochiën werd verdeeld, werd hij 1644 de eerste plebaan van het Zuiderkwartier en bleef dit tot zijn dood. Hij werd in zijne kerk begraven onder een zwart marmeren zerk; het grafschrift wordt vermeld in Graf- en gedenkschriften van Antwerpen I, 124. Robertus Sweertius stond reeds te 's Hertogenbosch bekend als een welsprekend kanselredenaar, die graag door het volk gehoord werd. Tevens was hij een vurig bestrijder van de protestanten. Hij liet eenige bundels preeken na in handschrift. In druk verscheen van hem: De fide hereticis servanda, adversus Danielem Plancium (Antv. typ. Plantini 1611) en een werkje in het Nederlandsch tegen Franciscus Lansbergen, predikant te Rotterdam (Antw. Verdussen). Nog vermeldt Athenae Belg., zonder aan te duiden of het gedrukt is: Carolus V comoedia carmine heroico, te Gent opgevoerd bij den intocht van de aartshertogen Albert en Isabella en in Oostenrijk voor keizer Matthias.
Zie: Schutjes, Gesch. bisdom 's Hertogenbosch II, 185, IV, 281, 314; Bijdragen Brabant VI, 555; Smits, De Kathedraal van 's Hertogenbosch, 227.
Fruytier