Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1217]
| |
1907. Na degelijke studiën werd hij 3 Sept. 1853 priester gewijd. Met een hooge opvatting en consequente practijk van het priesterlijk leven wijdde hij zich reeds als kapelaan in zeer ruime mate aan de werken van naastenliefde voor de meest hulpbehoevenden der streek. Om die toewijding op groote schaal en in vasten vorm te kunnen uitoefenen stichtte hij 4 Oct. 1867 te Heerlen eene Congregatie van Zusters, volgens den regel van den H. Franciscus van Assisi; in 1872 voegde hij er nog eene Broeders-Congregatie bij. Vooral de Zusters-Congregatie heeft zich èn tijdens zijn leven èn na zijn dood sterk ontwikkeld en is met groote vrucht werkzaam op elk gebied der charitas, in geheel Nederland, België en sedert 1922 ook in China. Door Z.H. den Paus was hij tot eerekamerheer verheven; van H.M. de Koningin ontving hij de Ridderorde van Oranje-Nassau. Nog grooter eer genoot hij echter van de geheele bevolking, in wier midden hij een halve eeuw gearbeid had; roomsch en onroomsch noemde hem: ‘een Heilige’. Zijn portret in olieverf wordt te Heerlen bewaard. Kleinere afbeeldingen van hem verschenen in De Volksmissionaris, 1907, 170 met eene korte levensschets. Een meer uitgebreide van J.L. Jansen verscheen in 1909 te Heerlen, eveneens van zijn portret voorzien. Jansen |
|