[Rijsen, Geertruid van]
RIJSEN (Geertruid van), jongere zuster van de voorgaande. Zij werd, negentien jaar oud, 1 Mei 1416, te Diepenveen ingekleed en, omdat zij de tering had, ruim vijf weken daarna geprofest. Reeds 22 Sept. van hetzelfde jaar overleed zij. Verteld wordt dat zij na haar dood benauwd werd door de duivels, die haar het sterven al zoo bitter hadden gemaakt. Met ‘vurige branden’ wierpen zij haar na; en voor het verderf bleef zij alleen gespaard, omdat Johannes de evangelist en Augustinus nederdaalden ten einde haar te verlossen (vergel. W.J. Kühler, Joh. Brinckerinck, blz. 269).
Zie: mijn uitg. van ‘Handschr. D’, 166, 230-237; Kühler, a.w., register.
Brinkerink