[Resimont, Jan]
RESIMONT (Jan), geboren te Luik omstreeks 1567, overleden te Averbode, 6 Nov. 1638, in de abdij, waar hij als Norbertijner-kanunnik de kloostergeloften had afgelegd 13 Sept. 1587. Na zijne priesterwijding, 19 Dec. 1592, verbleef hij nog een tijd in de abdij. 14 Jan. 1598 werd hij pastoor te Blerik bij Venlo. Door zijne welsprekendheid en de kennis der fransche, duitsche, italiaansche en spaansche talen verkreeg hij veel invloed onder de soldaten en wist zich verdienstelijk te maken door de troepen, die in de streken zijner parochie rondzwierven en aan het muiten waren geslagen, met hunne aanvoerders te verzoenen. De bisschop van Roermond, Cuyckius, belastte hem met een zending naar aartshertog Albertus om voor deze soldaten ten beste te spreken. Gedurende zeven jaar bestuurde hij zijne parochie met allen ijver, niettegenstaande de gevaren van de voortdurende invallen der staatsche troepen. Ten laatste moest hij naar zijne abdij wederkeeren, omdat de Hervormden een langer verblijf aldaar onmogelijk maakten. Na een tijd te Leuven in het studiehuis der orde te hebben verbleven, werd hij pastoor te Wezemaal 1611-22 en te Veerle 1630-36. Hij deed afstand van deze laatste pastorij en overleed twee jaar later in zijne abdij. Hij liet een handschrift na: Epistolae ad Principes et Proceres.
Zie: Goovaerts, Ecrivains de l'ordre de Prémontré II, 86 en daar aangehaalde schrijvers; De Norbertijnerabdij Averbode (Averb. 1920), 168; Habets, Gesch. bisdom Roermond II, 464: Biogr. nat. Belg. XIX, 162.
Fruytier