(Milaan 1605); Comus sive Phagesiporia cimmeria, de luxu somnium (Leuven 1608); Historiae Barbaricae libri VI, qui irruptiones Barbarorum in Italiam, occasum imperii et res Insubrum continent (Aartshertogin Isabella schonk den schrijver als blijk harer instemming een gouden halsketen); Pietatis thaumata in Prothaeum Parthenicum unius libri versum et unius versus librum stellarum numero sive formis 1022 variatum (Antwerpen 1617); Bruma sive chimonopaegnion de laudibus hiemis ut ea potissimum apud Belgas (München 1619); Circutus urbanianus sive linea Archemedine compendio descripta (Leuven 1632); Belti et pacis statera (Leuven 1633); Auspicia bibliothecae publicae Lovaniensis (Leuven 1639); Theatrum heroïcum Imperatorum Austriacorum (Brussel 1644).
Van zijn brieven verschenen: Eryci Puteani epistotarum atticarum promulsis et missus (Keulen 1636); Eryci Puteani epistolarum selectarum aparatus misceltaneus et novus; officia familiaria, negotia studia continens (Keulen 1641).
De volledige lijst van Puteanus' werken is te vinden bij Paquot, Hist. litt. d.P.-B., Tom. XIII, p. 373-428.
Onder zijn portret, dat in het stadhuis te Venlo hangt, leest men deze verzen: Hic est Ericius, Gelrorum gloria, clarus. Ingenio scriptis et gravis eloquis alter. Alter, et, es Florus, Tacitus quoque diceris. Venlonae aeternum, tu, Puteane decus. Een gedenkpenning te zijner eer geslagen, vertoont aan de eene zijde de beeltenis van Puteanus, terwijl op de rugzijde het opschrift staat: Natus Venloae. An. M.D.L. XXIV Obiit. An M.D.C. XLVI. Voorts bestaat zijn portret o.a. als prent door P. de Jode naar de schilderij van A. van Dijck en als miniatuur geschilderd door A. van Halen, behoorend tot het Panpoëticum Batavum, in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Zie: Foppens, Bibl. Belg. I 264-269; Pars, Index Batav. p. 344-346; Coupé, Soirées litter. VIII, 177-185.
Kleijntjens