laan van de Lieve-Vrouwekerk te Antwerpen werd, bezat hij reeds tien beneficies, want een kanunnikdij te Harlebeke, een deel van het pastoraat van St. Jan en een kanunnikdij in Antwerpen zijn nog niet opgesomd. 1439 deed hij afstand van twee beneficies, waaronder de plebanie. Na 1437 komt hij niet meer voor aan het pauselijk hof. Of hij te Antwerpen resideerde, waar en wanneer hij overleed, is niet bekend. Aan het pauselijk hof belastte hij zich als procurator met de uitvoering van zaken voor zijne landgenooten, o.a. voor den abt van Eechout te Brugge, 1427.
Zie: Berlière, Inventaire anal. des div. cameralia des archives vaticanes (Rome 1906) no. 118; dez., Invent. an. des libri oblig. et solutionum des arch. Vat. (Rome 1904) no. 1389; Dubrulle, Benificiers d' Arras, Cambrai, Therouanne, Tournai in Analectes hist. eccl. Belg. XXXI, 1905, 260 no. 227 en 228; 262 no. 242; 268 no. 284; 285, no. 421; 307, no. 601; 434 no. 756; XXXII (1906) 110, no. 31; XXXIII (1907) 61, no. 185; 314, no. 284.
Fruytier