belangen der instellingen met groote toewijding gediend, tot hij dat ambt wegens gevorderden leeftijd op 16 Nov. 1862 neerlegde. Ook was hij als leeraar in het Hebreeuwsch aan het stedelijk gymnasium van Amsterdam verbonden. Zijn belangrijk werk zijn echter zijn vertalingen. Voornamelijk wel die van den Pentateuch en de Psalmen (1824, 10 deelen), vele malen herdrukt; voor het eerst verscheen naast den hebreeuwschen grondtekst een nederlandsche vertaling. Spoedig verschenen nu in deze bewerking: De Spreuken van Salomo en de Psalmen met platen. Van nog steeds groote waarde is het Hebreeuwsch- Nederlandsch Woordenboek, dat in 1831 te Amsterdam van de hand van Mulder en Lehmans verscheen en waartoe op voordracht der hoogleeraren van der Palm en Hamaker, de Koning en het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de uitgave mogelijk maakten (2 deelen). Spoedig liet hij nu respectievelijk verschijnen: De eerste Propheten (alleen ned. tekst) en de Hagada of Voordragt op het Paaschfeest (verschillende drukken). In 1843 begon hij de uitgave van zijn Bijbel voor de Israël. Jeugd, in zeventien deelen, welke uitgave in 1854 gereed was, en door Perez in Philadelphia in het Engelsch is vertaald. Velerlei boekjes over de hebreeuwsche taal volgden nu, o.a. Rudimenta of gronden der Hebreeuwsche taal (verschillende herdrukken door Lehmans); Cronologisch handboekje van de schepping der Wereld (1836); Aardrijkskunde van het Heilige Land; Kaartvan het H. Land; de 40-jarige omzwerving der Israëlieten; Leesboekje (1846) en Moréh Dérech (1861). De meeste van zijn bijdragen in tijdschriften herdrukte hij onder den titel Verspreide Lettervruchten (1844).
In 1843 kende de universiteit van Giessen hem het doctoraat in de philosophie toe. Hij werd begraven te Muiderberg. Er is een litho van zijn portret uitgegeven; de Bibliotheca Rosenthaliana te Amsterdam bezit zijn geschilderd portret.
Zie: Jewish Encyclopaedia IX, 105; Delitzsch, Zur Geschichte der Jüdischen Poesie (Leipzig 1836); L. Wagenaar, Het Nederl. Isr. Seminarium (Amsterdam 1918) 6; J. Maarsen in De Vrijdagavond 12 Sept. 1924, 390 v. met portret.
Zwarts