[Meyere, Joannes de]
MEYERE (Joannes de) of de Meyre, Meyer, Villicus, bisschop, geb. te Sottegem in Vlaanderen, overl. te Utrecht 1522, was monnik van de orde der Karmelieten in het klooster te Gent. 12 April 1513 werd hij te Leuven tot doctor der godgeleerdheid gepromoveerd. Philips van Bourgondië, bisschop van Utrecht, wenschte hem tot zijn wijbisschop, waarop hij 13 Nov. 1517 te Rome in het consistorie tot bisschop met den titel van Byblus, Bibliensis, Biblicensis, werd benoemd en de noodige volmachten verkreeg om als wijbisschop in Utrecht op te treden. 24 April 1521 wijdde hij een nieuw altaar in de Lieve Vrouwe Kerk te Veere. Bij zijn benoeming was hem 200 gulden inkomsten toegezegd uit het kapittel te Veere.
Hij overleed 5 Juli 1522 te Utrecht en werd aldaar in de Sint Catharinakerk zijner orde begraven. Zijn grafschrift vindt men in Archief aartsb. Utrecht XXXVIII, 77 en in Andreas' Fasti. Joannes de Meyer was in het bezit der parochie Brouwershaven in Zeeland. Zijn vice-pastor aldaar, Joannes Martini of Pansier (zie art.), werkte den bisschop en den proost van Utrecht tegen en werd in zijn verzet gestijfd door den wijbisschop Joh. de M. Uit een brief van den bisschop Philips van Bourgondië, 22 Mei 1522, blijkt, dat deze hem met ontslag bedreigde, zoo hij daarmede voortging. Bij zijn dood in 1522 werd hij aldaar opgevolgd door Joh. Bekaer of Beker.
Zie: Bijdragen bisd. Haarlem XVII 109-110; Valerius Andreas, Fasti acad. (Lov. 1650) 101; Brom, Archiv. in Italië no. 1919-1920, 2021; Eubel, Hierarchia Cathol. III, 148, 366; P. Grijpink, Register op de Parochiën I, Scaldia, 5 (Amst. 1914); Hist. Ep. Middelburg. 70.
Fruytier