Martsen de Jonge en teekeningen zijn: Zinneprent ter eere van Fred. Hendrik 1629 door Cl. J. Visscher (niet J.v.d. Velde; F.M. 1636); 28 Juli 1635, Schenkenschans door de Spanjaarden genomen (F.M. 1738); 7 Oct. 1637, uittocht van het garnizoen uit Breda (niet door Quast, wellicht door C.J. Visscher en N. Martsen; F.M. 1775); Sept. 1638, optocht van Maria de Medici, 8 teekeningen door Martsen de Jonge, in 's Rijks Prentenkabinet (F.M. 1792); 28 Sept.-5 Nov. 1645, beleg en inneming van Hulst door A. Santvoort, Cl.J. Visscher ged., ged. Martsen, gegraveerd door P. Nolpe (F.M. 1903); 5 Nov. uittocht v. Hulst, schets voor gravure door C.J. Visscher van Martsen (F.M. 1911).
Naar zijn ontwerp graveerden (zooals we ook reeds gedeeltelijk hierboven mededeelden) J.v.d. Velde, S. Savry, P. Nolpe, C.v. Dalen, Cl.J. Visscher.
Zie: A.v. Wurzbach, Niederl. Künstterlexikon II, 109, III, 113; R.v. Eynden en A.v.d. Willigen, Geschiedenis der vaderl. schilderkunst sedert de helft der XVIIIde eeuw (Haarlem 1816-42), I, 99, IV, 99; C. Immerzeel, De levens en werken der holl. en vl. kunstschilders (Amst. 1843) II, 87, IV, 1066; Ch. Blanc, Manuel de l'amateur d'estampes (Paris 1854-90) II, 612; G.K. Nagler, A. Andresen en C. Clausz, Die Monogrammisten (München 1871-79) IV, 1747; E.W. Moes, Aanteekeningen 's Rijks Prentenkabinet afd. schilderijen, prenten; J.Ph. van der Kellen, Aanteekeningen 's Rijks Prentenkabinet; Th. Frimmel in Zeitschr. f. Bild. Kunst (1891) 26; Fr. D.O. Obreen, Archief voor Ned. Kunstgeschiedenis (1877-87) VII, 23; A. Andresen, Handbuch f. Kupferstichsamml. (Leipzig 1870) II, 130; A.D. de Vries, Biograf. aanteekeningen in Oud- Holland (1885), 228; A. Bartsch, Le peintre-graveur (Weenen 1803-21) IV, 47; R. Weigel, Supplem. du peintre graveur de A. Bartsch (Leipzig 1843), 150; F. Bartsch, Die Kupferstichsamml. d.K. Hofbibliothek in Wien (Wien 1854), 2098; G. Hoet, Catalogus of naamlijst van schilderijen met derzelve prijzen (den Haag 1752) I; P. Terwesten, Catalogus of naamlijst van schilderijen sedert 27
Aug. 1752-21 Nov. 1768 (den Haag 1770); J. Meder, Handzeichn. alter Meister a.d. Albertina X, 1093; F. Muller, De nederl. geschiedenis in platen (Amst. 1863), nr. 1636, 1738, 1775, 1792, 1903, 1911; A. Bredius, Künstlerinventare G. 91*, G. 93, 364, G. 545, G. 839, G. 973, G. 1233, G. 1306, G. 1345, G. 1809, U. 1980.
J.M. Blok