op den dag der wijding geschonken, in beslag te nemen. Reeds sinds vele jaren was er verschil over het patronaatschap der beide vlissingsche kerken tusschen de abdij en den graaf van Zeeland en later diens opvolgers in de heerlijkheid van Vlissingen, de heeren van Veere. De laatsten hernieuwden hunne aanspraken, toen de abt van Middelburg met den pastoor Antonius Mast overeengekomen was om de incorporatie te verkrijgen te Rome en daartoe verschillende contracten sloten. 23 Febr. 1488 werd bij pauselijk besluit de incorporatie een feit en werd aan Mr. Antonius Mast, gewezen cureit, jaarlijks 34 pond gr. toegestaan. Tijdens zijn pastoraat had Mr. Antonius Mast ook moeilijkheden met de paters Karmelieten van Vlissingen over de begrafenisrechten, enz. Paus Sixtus V droeg den abt van Middelburg op, uitspraak te doen in het geschil. 30 Oct. 1484 aanvaardde de abt de opdracht. Eerst 31 Maart 1505 werd eene minnelijke overeenkomst gesloten.
Zie: Archief v. Zeeland (1910), 118, 215-216; Bijdr. bisdom Haarlem VII, 192, XXXV, 249, no. 910, 914, 914a, 935, 937, 945, 946, 972, 1184; Fruin, Archief O.L.V.-abdij te Middelburg, no. 910, 914, 914a, 935, 937, 945, 946, 972; U. Berlière, Invent. anal. des div. cameralia aux arch. Vat. (Rome 1906) no. 749, 774; Diercxens, Antverpia Christo nascens et crescens III, 162, 163, 164.
Fruytier