[Martens, Lambertus]
MARTENS (Lambertus), Martini of Martenii, priester, deken van Schouwen, waarschijnlijk de laatste, komt voor van 1556/57 tot 1571/72. Het jaar van zijn dood is niet bekend; 1556/57 verkreeg hij ‘jure devoluto’ eene vicarij aan het altaar van O. Lieve Vrouw te Noordwelle; het begevensrecht werd echter betwist. 1557/58 werd Lambertus Martinus, deken der jurisdictie van Schouwen, ingesteld in de vicarij van O.L. Vrouw te Duivendijke en 1558/59 in de vicarij van St. Jacob en Magdalena te Renesse. De vicarij van Duivendijke was open, omdat de vicaris Matheus Cornz. Cats in het klooster was gegaan. Deze is waarschijnlijk de latere provinciaal en schrijver der Minderbroeders (zie kol. 286). Aan den deken Lambertus Martini verviel nog rechtens de collatie of begeving van vicarijen in Dreischor, Dreischorhaven, Haamstede en in de kapel van het hospitaal te Haamstede.
2 Juni 1571 werd Lambertus Martens, vice-curator, als pastoor ingesteld in de parochie Nieuwerkerk (Schouwen); er ontstond echter hierover verschil en proces. Of deze vice-curator wel dezelfde persoon is als de deken, blijkt niet. Bij geen enkele dezer prebenden van den deken wordt zijn opvolger genoemd, zoodat hij waarschijnlijk de tijden der gewelddadige onderdrukking van den katholieken godsdienst in Schouwen beleefde.
Zie: Grijpink, Register op de parochiën (Amst. 1914) I, Scaldia, 27, 29, 32, 34, 42, 43, 60, 66, 75; Historia episc. Middelb. 47.
Fruytier