[Lewenstein, Mozes Juda]
LEWENSTEIN (Mozes Juda), geb. te Utrecht 1829, overl. te Paramaribo 22 Oct. 1864, gesproten uit een utrechtsche joodsche patriciers-familie, studeerde te Leiden, waar hij 3 Juni 1857 op 28-jarigen leeftijd werd ingeschreven. In hetzelfde jaar (hij had toen reeds zijn rabbijnsche studiën voltooid) werd hij tot opperrabbijn der Ned.-Israël. Gemeente te Paramaribo beroepen en was gelijktijdig eveneens in dat ambt bij de Portug.-Israël. Gemeente aldaar werkzaam. Nadat hij met mejuffr. Koetser gehuwd was, vertrok hij naar Suriname; zijn installatiepreek werd in 1858 te 's Gravenhage gedrukt. Zijn herinnering leeft in de kolonie nog voort als die aan een begaafd geleerde, innemend mensch en gevierd kanselredenaar. Reeds in 1857 verscheen bij I. Levisson te Amsterdam een proefblad van een door hem ondernomen uitgave van een nederlandsche vertaling naast den tekst van het ethische werk van rabbi Bechai Hadajan, Choboth Halebaboth, in 1548 reeds te Venetië gedrukt. G. Polak en M. Roest zouden de correctie op zich nemen, doch van de uitgave kwam niets. Zijn kostbare bibliotheek werd in 1868 bij Frederik Muller te Amsterdam, gezamenlijk met die van G. Almanzi en Jacob Embden, geveild. Reeds in 1866 gaf Roest de ‘Probebogen’ van een ‘bibliographisch genauen und ausführlichen Catalog’ dezer collectie uit; de catalogus Beth Haséfer verscheen in 1866 volgens dit plan bewerkt. Slechts 35 jaar werd opperrabbijn Lewenstein oud. Zijn zoon is Dr. Tobias Lewenstein, de tegenwoordige opperrabbijn der Israël. Religionsgesellschaft te Zürich.
Het portret van den surinaamschen opperrabbijn als leidsch student door J.P. Berghaus verscheen te Leiden in 1858 als litho, terwijl ook de firma S. Lankhout te 's Gravenhage een lithographie (in ornaat als opperrabbijn van Suriname) het licht deed zien, voorzien van een hebreeuwsch onderschrift. De familie bezit ook een geschilderd portret door zijn anderen zoon, den parijschen kunstschilder Lewenstein, van zijn vader gemaakt.
Zie: Encyclopaedie van Ned. West Indië, 387 vgl.; Cat. van de collectie Hebraica en Judaica van H.A. Wagenaar (Amsterdam 1904) no. 2298, 2300e, 2362 en 2363; de veiling Hebr. en Judaica R.W.P. de Vries (Amsterdam 1920) no. 1403; Album Studiosorum van Leiden, kol. 1373 en Geill. Joodsche Post IV, no. 23.
Zwarts