[Ledesma, Aron de Ishac]
LEDESMA (Aron de Ishac), rabbijn en geneesheer, was 18 Juni 1731 te Leiden als med. stud. ingeschreven en heet daarbij Amsterdammer, 30 jaar oud, was verbonden aan het Portug.-Israël Seminarium Ets Haim te Amsterdam. In de bundels, die deze inrichting jaarlijks uitgaf, vinden wij verschillende van zijn theologische studiën. In 1741 was deze ‘Haham Ledeesma’ aan de Ned. Israël. Gemeente te Suriname verbonden, waar hij ‘tans seedert eenige tijt in onse sinagoge friquenteere’, en waarvoor hem ‘honneurs’ waren bewezen. Deze Gemeente had zich pas van de portugeesch-israël. Gemeente afgescheiden onder den naam Newé Sjalom (Woning des Vredes). De oude portugeesche Gemeente Beracha Weschalom (Zegen en Vrede) nu had in 1736 ‘de geleerde heer Aharon Ledesma’ als haar opperrabbijn (chacham) uit Amsterdam beroepen door tusschenkomst van Juda Abrahams aldaar.
Ledesma studeerde met zijn leeraar David van Solomo de Mezza en zijn medestudent van ‘Ets Haim’, David van Jacob de Meza de geneeskunde. Op 26 Juni 1731 promoveerde hij te Leiden op een dissertatie De Homoiosi. In Suriname moest Ledesma, als opperrabijn der portug. Gemeente, een theol. genootschap ‘Ets Haim’ leiden, predikatiën houden, en verdere rabbinale functies uitoefenen, doch was ook gehouden ‘als doctor in de medicijnen aan de armen, die maendgeld uyt de gemeene cas krijgen en op de Savane woonen te adsisteeren alsook aen de studenten, die in 't collegie off school der Es Chahim op gemelde Savana gaan’. Hij woonde op de joodsche nederzetting aan de Surinamerivier ‘de joodsche Savanna’, naast de synagoge, de eenige autonome joodsche gemeenschap der laatste eeuwen. Hij genoot ƒ 1500 courant geld salaris met emolumenten en vrij woning, doch mocht ook ‘in de medicijnen excerceeren, soo op de Savana als op alle plaetsen van de colonie, daer hij moght geroepen werden, mitsdien dat het met discretie zij en zonder merkelijk nadeel van zijn chachamsampt.’ Na vier jaar verliet hij wegens oneenigheid dit ambt en vestigde zich te Paramaribo.
Hij was gehuwd met Judith Lindo. Een leerling van hem was Benjamin Raphaël Dias Brandon, voorzanger der toenmaals aanzienlijke portugeesche Gemeente te Maarssen (1743-52), die hem in 1713 om een rabbinale decisie verzocht in een moeilijke zaak. Het antwoord, afgedrukt in Brandon's Emek Benjamin (Amsterdam 1753, resp. no. 15 en 16) is merkwaardig als eerste rabbinale decisie op amerikaanschen bodem afgegeven. Abraham Ledesema was eveneens arts en lid van ‘Ets Haim’ tusschen 1725 en 1736.
Zie: Album Stud. Lugd. Bat., kol. 933; Publications of the American Jewish Historical Society No. 12, 143 (zie ook den index); Encyclopaedie van Ned. West- Indie, 388; Jac. Zwarts, Portug. Joden in de Vechtstreek (Utrecht 1920) 12; Pareira en da Silva Rosa, Gedenk-