[Koenerding, Johannes of Jan (2)]
KOENERDING (Johannes of Jan) (2), ged. te Amsterdam bij de Remonstranten 25 Juli 1678 met de namen Johannes Andreas, overl. aldaar 1735 (begr. 9 Juni). Hij was een zoon van Adriaan (1) en evenals deze chirurgijn, in welke hoedanigheid hij 15 Juni 1700 in het gildeboek werd ingeschreven. 1 Maart 1702 verscheen hij voor het eerst aan het H. Avondmaal in de Remonstr. kerk, tegelijk met zijn zuster Elisabeth. In 1716 behoorde hij tot de vijf overlieden van het chirurgijnsgilde, geschilderd door Arnold Boonen.
Naar alle waarschijnlijkheid is hij de bewerker van twee op den amsterdamschen schouwburg gespeelde kluchten: Krispyn, medevryer van zyn heer (1717, herdrukt 1750 en 1784); De schrandere gek of de groote Alexander (1719).
Hij is twee maal gehuwd geweest; 23 Oct. 1706 ondertrouwde hij te Amsterdam met Bregitta de Bosch, 13 Juni 1721 aldaar met Adriana van Hoorn. Een zoon uit het tweede huwelijk is Adriaan (2). Elisabeth Coenerdingh ‘jonge dochter oud 18 jaaren’, die 30 Nov. 1729 aan het H. Avondmaal wordt vermeld, kan een dochter uit Jan's eerste huwelijk zijn, zij zou dan heeten naar haar grootmoeder; mogelijk is zij dezelfde vrouw, die 5 Oct. 1731 ondertrouwde met Jan van Marten uit Weesp, en als diens weduwe 12 Sept. 1738 met Johannes Schuurman uit Emden, oud 26 jaar.
Een derde Mr. Jan Coenerdingh zij hier volledigheidshalve vermeld, wiens dochter Paulina oud 19 jaar op 1 Sept. 1788 in het register van het H. Avondmaal te Amsterdam voorkomt. In de gildeboeken der chirurgijns is deze Jan niet te vinden; mogelijk was hij een kleinzoon van Jan (2).
Een portret van Jan (2) komt voor op het reeds genoemde schilderij der overlieden van het chirurgijnsgilde van 1716 door Arnold Boonen in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Zie over hem: J.A. Worp, Gesch. v. Drama en Tooneel II, 314, 319; Fr. Kossmann, Mr. Johan Koenerding's letterk. betrekkingen in Het Boek 1923, blz. 119 noot; verdere gegevens uit het Gemeentearchief en kerkel. arch. der Remonstr. te Amsterdam.
Kossmann