Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 881]
| |
Hij werd bij Koninkl. Besl. van 21 Juli 1843 tot notaris aangesteld te Horn (bij Roermond) en 19 Aug. 1851 als zoodanig overgeplaatst naar Venlo. Hij gaf in 1843 (bij de Wed. H. Bontamps te Venlo) uit zijne Geschiedenis en beschrijving van Venlo. Dit werk is in drie deelen verdeeld; in het eerste geeft Keuller eene geschiedenis van Venlo en deszelfs naasten omtrek; in het tweede deel levensbeschrijvingen van te Venlo geboren beroemde mannen (Willem van de Velde, Augustijner monnik; Hubert Goltzius, bekend vooral als munt- en penningkundige; Erycius Puteanus, letterkundige en geschiedschrijver; Matthias Bonerus, letterkundige; Diederik van Dalen, godgeleerde; en Jan van Cleef, historieschilder); in het derde gedeelte van zijn werk beschrijft Keuller de stad, hare verschillende gebouwen en hun lotgevallen. Dit werk bezorgde hem ten jare 1852 het lidmaatschap van de Maatschappij der nederlandsche letterkunde, terwijl hij verder benoemd werd tot correspondeerend lid der koninklijke Maatschappij van schoone kunsten en letterkunde te Gent, tot lid van den Historischen Verein für den Niederrhein, alsmede tot eerelid van den Historischen Verein für Geldern und Umgegend te Gelder. Op genealogisch gebied heeft Keuller zich verdienstelijk gemaakt door het schrijven eener genealogie der venlosche patriciersfamilie Alberts en de aanverwante familiën: van Hoemoet, Ronden, in de Betouw, van den Bogaert, Sleurs, Reysack, Schmideman (of Schmidtman), Janknecht, Keuller, Bours en Wolters. Deze genealogie is afgewerkt door Albert Wolters, pastoor te Roosteren en Jan Verzijl (onuitgegeven). Hij was te Straelen den 8 Juni 1847 gehuwd met Frederica Aldegonda Cecilia Groethuysen (geb. te Straelen 21 November 1822, overl. te Venlo 30 April 1899, dochter van Arnold Groethuysen en Aldegonda Hollen), uit welk huwelijk 7 kinderen werden geboren. Zie over hem: P.O. van der Chijs, Levensbericht van Lambert Joseph Eduard Keuller in Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (1864). Verzijl |
|