Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Kempen, Jan van]

KEMPEN (Jan van), Kempenius of Kemps, priester, geb. te 's Hertogenbosch 1624, overleden te Leuven 10 Oct. 1680, waar hij zijne studiën in de filosofie en theologie had voltooid, en den graad van baccalaureus behaalde. Gedurende eenige jaren sinds 1649-1659 was hij pastoor te Isque, IJssche. In 1655, krachtens privilegie der universiteit, verkreeg hij een kanunnikdij in de collegiale kerk te Cassel, maar ging er niet resi-

[p. 876]

deeren. 25 Jan. 1659 werd hij ingeleid te Leuven als president van het college St. Willebrord of van 's Hertogenbosch. Met beleid bestuurde hij deze stichting van Nic. Zoesius, bisschop van den Bosch, en wist zich de noodige gelden te verschaffen om een groot deel der gebouwen van het college te vernieuwen. Hij stichtte bij testament vier beurzen voor studenten der filosofie of theologie aan dit college, bij voorkeur voor leden zijner familie. Deze brachten 1880 nog 1032 fres. op. Schutjes, Gesch. Bisd. 's Hertogenbosch, vermeldt hem niet onder de bekende inwoners van den Bosch.

Zie: Analectes hist. eccl. Belg. XIX (1883), 134, 139; Handboekje zaken R.K. eeredienst (1872) 336.

Fruytier