[Kalmpthout, Petrus van]
KALMPTHOUT (Petrus van) genaamd Joannis of Janssens, geb. op eene pachthoeve der abdij Tongerloo te Kalmpthout, omstreeks 1535, werd vermoord te Haaren bij Oisterwijk 16 April 1572. Door den invloed der Norbertijnen van Tongerloo, die de parochie zijner geboorteplaats bedienden, waar de abt van Tongerloo heer der plaats was, nam Petrus Janssens het kleed der orde van Premonstreit aan in deze abdij, 24 of 30 Jan. 1556. Hij legde zijne kloostergeloften af Mei 1558 en bekleedde, na de priesterwijding te hebben ontvangen te Brussel, het ambt van circator in de abdij. Daarna werd hij aangesteld als pastoor te Haaren bij Oisterwijk, een parochie zijner abdij. De datum van zijn benoeming is niet bekend. Hij was een ijverig priester, die door zijn degelijke studie in staat was de hervorming met vrucht te bestrijden in zijn predikatiën en die met zorg waakte over zijn kudde. In den nacht van 16 April 1572 viel een bende Geuzen met geweld zijn pastorie binnen. Zij boeiden den kapelaan, de huishoudster, Elisabeth Teunissen, een nicht van den pastoor, en sloten hen in den kelder. De pastoor werd van zijn bed gelicht, zij roofden al zijn bezit aan geld, dat zeer gering was. De kalmte van den pastoor deed hen in woede ontsteken. Zij eischten van hem, dat hij het katholieke geloof zou verzaken. Toen hij beslist weigerde, sneden zij hem ooren en neus af en staken hem de oogen uit. Toen hij standvastig verklaarde liever te sterven dan ontrouw te worden aan het voorvaderlijk geloof, kapten zij hem met een bijl het hoofd af. De roovers namen al wat van hunne gading was mede en schreven met houtskool op den muur: ‘dit hebben de Geuzen van den Briel ghedaen’. Het jammerlijk verminkte lichaam werd naar de abdij van Tongerloo overgebracht. Een openbare vereering werd aan Petrus van Kalmpthout nooit gebracht. Wel noemen hem eenige hagiografische schrijvers der
orde zalig en eerbiedwaardig, doch eerst in de 17e eeuw. Zijne gedachtenis bleef altijd in eere en werd levendig gehouden door afbeeldingen in gravure en een levensbeschrijving. Zijn geschilderd portret is nog aanwezig op de pastorie te Haaren en was vroeger ook in Tongerloo.
Bekend is de gravure van Petrus van K. naar Abraham van Diepenbeek door Mich. Natalis. W.v. Spilbeeck, De abdij Tongerloo, 328, geeft er eene beschrijving en afbeelding van. Een kleinere plaat, gegraveerd door Arn. Loomans, werd door den abt Wichmans aan de pastoors der abdij vereerd; tevens gaf deze een levensbeschrijving uit onder den titel Rosa candida et rubicunda, id est V. Petrus Calmpthoutanus, ex canonico Norbertino ecclesiae Tungerloensis, pastor in Haren (Antv. H. Verdusii 1625 pp. 51).
Zie: Précis historiques, 1890, 318-323; I. van Spilbeeck, Iconographie Norbertine (Anv. 1902) V, 10; W. van Spilbeeck, Necrologum B.M.V. de Tongerloo (Tongerloo 1902) 73; Schutjes, Gesch. bisdom 's Hertogenbosch IV, 9; J. Sauter, Een Priester-Martelaar of levens- en