Scopië bij Eubel, tenzij hij dezelfde is als de volgende.
Brom, Archivalia in Italie no. 4, vermeldt volgens de Regesta Vatic., dat 7 Dec. 1326 Joannes de Lemego O. Praed., die door den Paus op verzoek van den aartsb. van Keulen benoemd is tot bisschop van Scopia, welk bisdom vaceert door het overlijden van bisschop Joannes in de stad Keulen. Hij beschouwt dezen als wijbisschop van Guy van Avesnes. De lijst der wijbisschoppen van Keulen bij Eubel, II, 305 noemt 1327-47 Joannes Strote O. Praed., Scopiens. In een brief van 5 Febr. 1327 wordt Joannes Scopiensis den aartsbisschop van Keulen, die hem als ‘nuper’ tot bisschop gekozen vermeldt, aanbevolen. Uit een breve van Paus Joannes XXII blijkt, dat hij dezelfde commende gevraagd had als zijn voorganger, Joh. de Constanz, een uithof der abdij Sibergen O.S.B. Deze Joannes Scopiensis behoorde volgens Eubel tot de orde der Minderbroeders. Hij verrichtte ook in Utrecht diensten als wijbisschop, zooals men ziet uit de rekening van bisschop Joannes van Scopie in S. Muller, Registers en rekeningen van het bisdom Utrecht 1325-1336 I, 512. 1335 had hij de kerk van Schellingwoude gewijd. Mogelijk is de Minderbroederbisschop en de Preekheer Joannes dezelfde persoon en is de opgave bij Eubel, ‘O. Min.’ verkeerd. Hij overleed 1351.
Bij het overlijden van Joan. Scopiensis werd Frederikus Retersbecke O. Min. 8 Juni 1351 in zijn plaats benoemd. Deze deed afstand van de hem toegekende waardigheid, zoodat Joannes Raiode van de orde der Eremieten van Sint Augustinus, Maart 1352, als bisschop van Scopië werd genoemd. Reeds twee jaar later had hij een opvolger in den Cisterciënser of Bernardijn Joannes de Siberg, die als bisschop van Scopië wijdingen verrichtte in de bisdommen Keulen, Maagdenburg en Mainz. Hij overleed 1384 en werd in de abdij der Cisterciënsers Altenberg, in het koor der kerk begraven. Zijn opvolger was een Hermannus.
Het is te begrijpen dat het moeilijk is deze wijbisschoppen met den naam en titel Joannes Scopiensis van elkaar te onderscheiden. Coppens in zijn lijst der wijbisschoppen in zijn Kerkgeschiedenis, heeft slechts één Joannes de Scopia.
Zie: Eubel, Hierarchia Cath. I, 462, 63, II, 305, 310; Quétif et Echard, Scriptores O. Praed. I, blz. XXV; Hist. episc. Ultraj. 20, 131, 189; D. Willi, Päpste, Kardinäle und Bischöfe aus dem Cistercienser-Orden (Bregenz 1912) 61.
Fruytier