[Hettinga, jonker Duco van]
HETTINGA (jonker Duco van), geb. te Jorwerd, datum van geboorte en overlijden onbekend, hij stierf jong, zoon van jonker Homme van Hettinga (die volgt). en Trijn van Rinia. 6 Mei 1567 is hij in Emden, en bezoekt met zijn vader en broeder veel den herberg het Wapen van Holland. In 1568 diende hij onder graaf Lodewijk; in voorjaar 1569 behoorde hij tot de eerste Watergeuzen, die een kaperbrief van den Prins van Oranje kregen. 20 Mei 1569 is hij verbannen, in 1570 kreeg hij een nieuw vonnis van het Hof van Friesland met verbeurdverklaring zijner goederen. In voorjaar 1571 diende hij onder Entens, en 1 April 1572 was hij bij de inneming van den Briel; later diende hij in het vendel van Rolle, baljuw van Veere.
Zie: Wagenaar, VI, 308; te Water, Verbond der Edelen II, 457; Andreae, de Friesche Waterg. in Vrije Fries, 3e reeks, V, 68; Kok, Vaderl. Woordenb. XX, 582; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 64, 325; van Groningen, Gesch. der Watergeuzen, 128; de Haan Hettema, Stamboek Friesche Adel I, 206; Marcus, Sententiën, 192.
Vogels