[Hardenbroek, Jacob van]
HARDENBROEK (Jacob van), geb. omstr. 1678, overl. 20 Aug. 1759, zoon van Jan, die volgt, en van Anna Fockes.
Hij werd 6 Nov. 1709 kapitein in het regiment van luit.-generaal van Amelisweerd en was in denzelfden rang in het regt. van l'Abadie, toen hij op aandrang van de monnikendamsche afgevaardigden ter St.-Gen. 19 Nov. 1722 benoemd werd tot kapitein van de gedetacheerde compagnie voetknechten in garnizoen op het fort Loevestein. 20 April 1725 was hij commandeur op Loevestein, 15 Juni 1735 luit.-kolonel-titulair en majoor-effectief in het regiment van den generaal-majoor van Spaen, 21 Maart 1740 luitenant-kolonel in het regt. van den kolonel Pieter Conrad van Leyden en van 20 Maart 1748 kolonel in het regt. van den luitenant-generaal van Leyden. Hij wordt het laatst genoemd in den Staat van Oorlog van 1751. In 1749 had hij met zijn vrouw Loevestein verlaten en zich te Heeswijk en Dinther gevestigd.
Hij huwde eerst te Purmerend (ondertr. te Utrecht 15 Dec.) 1715 met Catharina Seyes, weduwe van Gerbrand Munnick, en dochter van Jan Seyes, burgemeester van Monnikendam. Daarna hertrouwde hij met Johanna Alida Pompe van Meerdervoort. Uit het eerste huwelijk sproten 7 kinderen, waarvan Jan in 1801 nog als gepens. officier ‘een uur boven den Bosch’ woonde, Johanna Gijsberta huwde met Lambert Celius, opvolger van haar vader als majoor-commandant van Loevestein; Cornelia Jacoba huwde den 28en Maart 1745 op Loevestein met jhr. Jean Louis de St Amand, uit welk huwelijk de eerste echtgenoote van den raadpensionaris Schimmelpenninck stamde; en Agatha Jacomina, op Loevestein gedoopt 20 Febr. 1724, overl. in Nov. 1779, echtgenoote van Diederik van Helden, baljuw van Woudrichem.
Zie: Boekzaal der Gel. Wereld, 1759 B, 268; Gesch. Aant. betreff. het slot Loevestein, bijl. bl. 29; Maandbl. Ned. Leeuw, XL, 123, 160, 198, 282; Alg. Ned. Familieblad I no. 30, 3a.
Regt